Worden het drukke dagen voor de exporteurs van melkkoeien en de slachthuizen of toch niet? Donderdag werd bekend hoe het fosfaatrechtenstelsel er globaal uit gaat zien voor er een wetsvoorstel klaargemaakt gaat worden. Boerenbusiness kijkt in een analyse waar de melkveehouder nu staat. Wordt het ruimen of kan de sector terugvallen op zijn veerkracht en ondernemersgeest?
Lees ook:
Zo ziet fosfaatrechtenstelsel er vanaf 2017 uit
Van Dam wil af van fosfaatplafond voor derogatie
Fosfaatrechten, eindelijk kan de handel beginnen
Oppositie in de Tweede Kamer wil sleutelen aan fosfaatrechten
Nog even een korte samenvatting. In eerste instantie krijgen diverse bedrijven meer rechten omdat onderscheid maken bij korten juridisch niet kan oftewel die rechtszaken gaat de Staat verliezen. Dit zijn de bedrijven die op de Gecombineerde opgave van 2015 geen overschot hadden op het bedrijf, 'want die dragen niet bij aan het probleem', aldus staatssecretaris Martijn van Dam.
Dan zijn er de zogenaamde knelgevallen. Bedrijven die kunnen bewijzen dat ze op 2 juli minder vee hadden door een ziek bedrijfshoofd of een dierziekte. De derde groep die meer rechten krijgt zijn degene die kunnen bewijzen dat ze op 2 juli 'aantoonbaar onomkeerbare financieringsverplichtingen zijn aangegaan ofwel waar de veebezetting hoofdzakelijk op 2 juli uit jongvee bestond bedoeld voor de melkproductie'.
Een grove inschatting van de belangenbehartiger LTO stelde in 2015 dat dit gaat neerkomen op een korting van 5 procent. Lastig is in welke mate de latente ruimte in stallen verband houdt met nieuwbouw en dus financieringsverplichtingen. Van Dam zelf stelt dat de fosfaatproductie in de melkveehouderij, dus niet door volwassen vleesvee, met 4 procent omlaag moet. Dit doel wil hij in 2018 behalen. Daar staat tegenover dat hij gaat proberen bij de aanvraag van een nieuwe derogatie middels het zesde actieprogramma nitraat een einde te maken aan het fosfaatplafond, dan wel gaat proberen mestexport als troef te gebruiken om meer ruimte te verkrijgen.
En waar staat de melkveehouder nu? Die krijgt op basis van de fosfaatproductie op 2 juli 2015 rechten. Hierbij is 1 kg fosfaat 1 recht. Waren er dierrechten gekomen dan had 1 fosfaatrecht zeg maar 45 kg fosfaat vertegenwoordigd, maar nu is er ruimte voor winst. Het tweede punt van aandacht is wat de consequenties zijn voor degene die niet aan de eisen voldoen? Bij melkquotum moest een superheffing betaald worden bij het produceren van te veel melk, maar wanneer de melkprijs hoog genoeg was namen melkveehouders die zelfs voor lief. LTO geeft aan dat de consequentie een boete is, want er wordt een economisch delict gepleegd.
Van Dam zelf heeft in elk geval niet het streven om slachthuizen meer klandizie te bezorgen. Hij noemt twee manieren om korting te verkomen, namelijk natuurlijk verloop en bijsturen op bedrijfsniveau. Met bijsturen op bedrijfsniveau verwijst hij naar de kringloopwijzer, ofwel het voer.
Een andere methode is puzzelen met vee. Zo blijkt uit de excretieforfaits drijfmest 2015-2017 dat er 52 procent ruimte zit tussen de productie van fosfaat door een koe die op jaarbasis minder dan 5.624 kg melk per jaar geeft en een koe die 10.624 kg melk per jaar produceert. In de kringloopwijzer wordt ook nog eens een onderscheid gemaakt tussen een lichte koe, een zware koe en een Jersey. Dit kan sowieso al winst opleveren.
Het vergt wat inspanning, maar op bedrijfsniveau zijn er nog mogelijkheden om te sturen. Nog weer een andere oplossing die veehouders vlakbij de grens met België en Duitsland al toepassen is het jongvee buiten Nederland opfokken. In het veld wordt ook nog geopperd dat er nu een goede kans is om de sector IBR en BVD vrij te maken middels een subsidie om juist deze dieren uit de kudde te halen. Het zijn mogelijkheden om meer ruimte op het bedrijf te krijgen.
Mocht er veel geld op het bedrijf aanwezig zijn dan is er nog een escape. Die is ervoor zorgen dat er op 1 juli 2017 meer dan 108 procent rechten in vergelijking met 2 juli 2015 in eigendom zijn. Wordt er maximaal 8 procent gekort dan kan het bedrijf zonder problemen doorgaan. Let op bij handel verdwijnt er van 1 kg fosfaat 0,10 kg fosfaat richting de nationale fosfaatbank. Die komt pas bij het bereiken van het fosfaatplafond weer beschikbaar en wordt door de overheid onder voorwaarde uitgegeven aan grondgebonden bedrijven. Het houdt praktisch in dat het verlies van 10 procent niet vergeten moet worden in de berekening.
Mochten alle opties falen dan is het toch kiezen voor export van koeien of het wegbrengen van koeien naar slachthuizen. Export is wel iets lastiger doordat het Midden-Oosten beschikt over minder financiële middelen. Wiebren van Stralen, beleidsmedewerker Mest en Milieu bij LTO, schat dat er 60.000 tot 70.000 koeien bijgekomen zijn. Wellicht lukt het met de diverse ingrepen om meer mestruimte te verdienen en zo het houden van meer dieren te rechtvaardigen, maar een dergelijk groot aantal wegwerken wordt een uitdaging, zo het al mogelijk is.
Wat blijft er dan voor optie over. De melkkoeien inruilen voor bijvoorbeeld melkgeiten of andere dieren. Dit gebeurde ook tijdens de invoering van het melkquotum. Melkveehouders hebben waarschijnlijk tot de Gecombineerde opgave van 2017 om de boekhouding op orde op zaken te krijgen. Weer een kans voor de Nederlandse melkveehouder om te bewijzen hoe creatief hij is.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10868557/Ruimen-van-koeien-of-natuurlijk-verloop?]Ruimen van koeien of natuurlijk verloop?[/url]