Na de fusie met het Belgische Walhorn keerde de rust rondom de Scandinavische zuivelcoöperatie Arla weer terug. Vanaf juni 2016 leveren deze melkveehouders grotendeels aan Arla. Ondertussen begon in december de zoektocht naar Nederlandse melkveehouders , maar werd Beierse bergboeren de wacht aangezegd. Het resulteert in de vraag wat Arla Nederlandse melkveehouders te bieden heeft.
De jongste schattingen gaan uit van een gemiddelde krimp van 10 procent, van de veestapel per melkveebedrijf. Het hoeft zicht niet één op één te vertalen in een zelfde daling van de melkaanvoer, maar het kan waarschijnlijk niet voorkomen dat er toch wat minder melk komt. Het betekent automatisch dat zuivelverwerkers te maken krijgen met minder aanbod.
Het heeft allicht meegespeeld bij de aankondiging van Arla in December, dat ze weer op zoek is naar melkveehouders. Voorheen werd het bedrijf alleen via de Dutch Milk Foundation (DMF) van melk voorzien, vanaf juni 2016 aangevuld met melk van voormalig Walhorn, nu Euroregio Arla, leden. Waaronder 52 Nederlandse melkveehouders en 426 Belgische leden. De melk van de Belgische leden wordt verdeeld over Pronsfeld in Duitsland en de fabriek in het Nederlandse Nijkerk.
Nog maar minimal 100 miljoen kg melk gaat naar de fabriek Walhorn AG in handen van het Franse Lactalis. Die op haar beurt weer flink in de fabriek gaat investeren. Waar de melk vandaan gaat komen om de fabriek economisch rendabel te maken is nog onzeker. Het betekent wel dat de honger naar melk vanuit verwerkers in België blijft bestaan.
Maar allereerst ligt er blijkbaar een opgave om de fabriek in Nijkerk van extra liters melk te voorzien. Het voorstel wat er ligt is een contract voor 3 jaar, waarbij het idee is dat een veehouder lid wordt. Daarbij kan 50 cent weidepremie verdiend worden en 50 procent nabetaling bij lidmaatschap van de coöperatie, maar daar wordt wel de voorwaarde gesteld dat een bedrijf logistiek gunstig gelegen is. Ook kan er 2 procent verdiend worden voor een celgetal onder de 200 en 2 procent voor een kiemgetal onder 15. Alleen biologische melkveehouders en degene die weidegang toepassen zijn welkom.
De Scandinavische coöperatie focust op dierwelzijn en produceren in harmonie met het milieu en de maatschappij. Waar A-ware haar pijlen richt op de noordelijke melkveehouders heet Arla iedereen welkom, maar is er wel gekozen om de eis weidegang eraan te verbinden. Daarmee lijkt de coöperatie niet direct te azen op melkveehouders van DOC Kaas, maar eerder te kijken naar bijvoorbeeld Bel Leerdammer. Als het gaat om de melkprijs kan zelfs FrieslandCampina beschouwd worden als een prooi, maar daar krijgen ze al melk van via het DMF.
Over heel 2017 rekent Arla op 2,6 procent meer melk. Dalingen zijn er in Zweden en het Verenigd Koninkrijk (VK). In Denemarken bestaan er nog steeds zorgen over de toekomst van diverse melkveebedrijven, hoewel in 2016 al 67 bedrijven failliet gingen. Toch was het niet de omvang van de veestapel die daar afnam en minder melk opleverde, maar de melkproductie per koe. Hierdoor kan de melkplas daar ook weer rap aantrekken.
Die groei moet dan vanuit nieuw te werven melkveehouders komen, gezien juist deze week naar buiten kwam dat het bedrijf afscheid neemt van 400 bergboeren in het Duitse Beieren. Dit omdat de melkveehouders zich niet konden vinden in de voorstellen voor nieuwe leveringscontracten. Het leverde ze een melkprijs op die amper boven de uitbetalingprijs uitkwam, waar de kosten voor deze bedrijven veel hoger zijn dan voor andere. Arla gaf als argument dat ze de prijs ook uit de markt moeten halen.
Toch zijn er geen wrange gevoelens richting Arla, waar ze jarenlang goed zaken mee hebben gedaan. Sowieso klinken er amper kritische geluiden over het functioneren van Arla. Alleen in het VK keerden melkveehouders zich de laatste jaren enkele keren tegen de coöperatie toen de melkprijs echt te laag werd. Sowieso speelt de regio door de Brexit een bijzondere rol, want juist dit is één van de focusgebieden, waar Nederland dat in de strategie 2020 niet is.
Vooralsnog profiteren alle leden van de ontwikkelingen in het VK. Zo bleek bijna driekwart van de inkomsten uit Milk for Farmers naar overzeese melkveehouders gegaan te zijn. Juist deze melk is bedoeld om Britse melkveehouders te ondersteunen. Het geld werd echter verdeeld over alle 12.700 leden van de coöperatie, waarvan er 2.700 Brits zijn. Het leverde volgens de Telegraph een bonus op van 290 pond per melkveehouder.
Hoewel de Brexit een valse noot oplevert in de plannen van Arla slagen ze er verder goed in om de strategie die ze ingezet hebben door te voeren. Daarbij wordt ook nadrukkelijk naar afzetmarkten buiten de Europese Unie gekeken, maar wel met de normen en waarde die Arla naar buiten presenteert. Wat gelijk antwoord geeft op de vraag of Arla een goede keus is voor Nederlandse melkveehouders? Nederland is geen focusgebied en door de fosfaatrechten kan het aandeel Nederland alleen groeien door meer leden te werven. Het kan op de langere termijn gevolgen hebben voor de fabriek in Nijkerk, maar voor nu zijn de toekomstperspectieven voor deze locatie goed. Vooral melkveehouders met een focus op weidegang, natuur en milieu voelen zich bij Arla waarschijnlijk goed thuis.