Veel trager dan in andere jaren komen de bestellingen voor maïszaad op gang. Ook blijken veehouders meer en meer te kijken naar een derde gewas. Ondertussen dient de vraag zich aan wat de omvang van de veestapel gaat doen. Het drukt zijn stempel op de voermarkt.
Wanneer echter naar de handel in fosfaatrechten richting 2018 gekeken wordt, gaat het op zijn hoogst om een jaar iets minder vee. Het merendeel van de veehouders maakt zich op om de kudde dan weer in ere te herstellen, dat wil zeggen zover het aanbod rechten dit gaat toelaten. Grote vraag is ook welke veehouders straks gebruik gaan maken van de stoppersregeling. Navraag leert dat de eerste geluiden erop wijzen dat het de veehouders zijn die naast het bedrijf buiten de deur werken die ervoor kiezen om te stoppen. Een andere groep die nadenkt over stoppen zijn degene net boven de 40. Ze zijn de regels zat. De ouderen in goede gezondheid gaan liever door.
Voor seizoen 2017/18 geeft het zicht op minder bekjes in combinatie met het verwachte stabiele areaal betekent het dat de voervoorraad geen problemen op hoeft te leveren. Tenzij de opbrengst nog verder gaat tegenvallen door weersextremen. Een ander punt van speculatie komt vanuit de perspulp. Een tegenvallende opbrengst in de suikerbieten remde het aanbod en wakkerde de vraag naar voederbieten aan.
Komend seizoen groeit het areaal met ongeveer 20 procent. Pakt de opbrengst van de suikerbieten goed uit dan is er absoluut geen sprake meer van te weinig perspulp. Hoewel suikerproducenten meer en meer kijken naar een alternatieve afzet van de perspulp. Een logische gedachte is dan dat het verstandig is om geen voederbieten te zaaien, maar die doen meer dan perspulp vervangen. Zo worden ze ook ingezet als alternatief voor grondstoffen als soja- en raapzaadschroot. Het helpt dat een beetje goed gewas al snel een opbrengst oplevert van 120 tot 150 ton per hectare. De bieten voor seizoen 2016/17 zijn in elk geval uitverkocht.
Dit geldt bij lange na nog niet voor snijmaïs. Richting het einde van de meteorologische winter melden meer en meer melkveehouders zich op de markt met de vraag naar snijmaïs. Ze zijn door de eigen voorraden heen en zoeken nieuw aanbod. Het tijdstip wijkt niet af van andere jaren ondanks dat ook de opbrengst in tonnen niet optimaal was. Een teken dat er ook meer andere producten benut zijn. Het levert een prijsrange op van 49 tot 63 euro per ton franco boerderij. Voor echte topmaïs kan de prijs nog hoger uitpakken. Richting het zuiden neemt het aanbod af, maar nemen de ondernemers die nadenken over stoppen toe. Het zet een rem op de handel.
Iets vlotter gaan de zaken ook in kuilgras. Gemiddeld blijft de prijs staan op 40 tot 45 euro per ton, maar ook hier wordt een grote spreiding gezien. De prijs begint op 35 euro tot een 85 euro aan de bovenkant.
Ook de prijzen voor hooi en stro blijven ongewijzigd. Zo schrijft tarwe een prijs op van 110 tot 120 euro per ton franco boerderij. Gerst bevindt zich meer aan de onderkant van de range. Voor gesneden product ligt de prijs nog hoger.
Van weidehooi blijft de prijs staan op 160 euro per ton franco boerderij. Vraag komt hoofdzakelijk vanuit de paarden. Graszaadhooi houdt ondertussen vast aan 125 tot 140 euro per ton franco boerderij. De onderkant voor Engels Raai tegen een bovenkant voor Roodzwenk.