Trump, slachtingen en hoop voor melkprijs

In Duitsland, het Verenigd Koninkrijk  en Frankrijk blijft de achterstand in de melkaanvoer hangen tussen de 4 en 4,5 procent. Wat betreft de aanvoer is het een beetje afwachten of de kou echt uit de lucht is of dat de winter zich nog even laat gelden. Voor nu kunnen verwerkers de melk goed zelf gebruiken en de producten goed afzetten.

In Nederland is de handel in rauwe melk zover afgenomen dat er deze week alleen een indicatie wordt afgegeven. Die komt uit op 34 euro per 100 kg melk, bij 4,4 procent vet geleverd. In Duitsland vindt meer actie plaats. In het noorden komt de prijs bij 3,7 procent vet uit op 32 euro per 100 kg melk, tegen een 32,50 euro per 100 kg melk in het zuiden van het land.

Waar het rustig is in de handel van rauwe melk resulteert de vraag naar room in een hogere prijs. Voor room komt de prijs uit op van 4,65 euro per kg af fabriek voor room.

In Nederland steeg de boterprijs met 5 euro naar 405 euro per 100 kg, waar in Duitsland de prijs uitkomt op 4 tot 4,20 euro per kg. Bij de Duitse notering werd gesproken van een goede vraag, maar in Nederland wordt de markt vooral als rustig omschreven.

Die rust vanuit de kopers veroorzaakt ook problemen in de kaas- en poedermarkt. Zo beweegt de foliekaas rond de 2,70 euro per kg. Zover kan worden nagegaan valt de omvang van de voorraden mee, maar wordt er gespeculeerd op meer melk en daarmee een hoger aanbod. Magere melkpoeder zakte in Nederland naar 192 euro per 100 kg voor consumptie, tegen 179 voor veevoer. In Duitsland doet consumptie 1.870 tot 2.000 euro, tegen 1.800 tot 1.840 voor veevoer.

Een kleine indicatie dat er inderdaad minder kaas gemaakt wordt is de wei. Voor veevoer op 850 euro, voor levensmiddelen op 1.050 euro per ton. Een stijging ten opzichte van een week eerder.

In de EU is het sentiment wisselend. In de afzet richting consumenten oogt de stemming beter, tegen een zwakkere ondertoon als het gaat om de grote commodities. Buiten de EU ondervindt ook Australië het effect van de grote kuddes koeien die richting de slacht gingen. De marge is daar dan ook krap tot negatief. Veel melkveehouders hebben daardoor te maken met de uitdaging om reserves te herbouwen. Voor seizoen 2016/17 raamt Dairy Australia daardoor 6 tot 8 procent minder melk.

In Nieuw-Zeeland neemt de omvang van de dalingen juist af. Zo leverde januari 2,41 miljoen ton melk op. Een min van 0,7 procent in vergelijking met een jaar eerder. De achterstand op een seizoen eerder komt daardoor terecht op een min van 2,6 procent. De laatste keer dat er minder melk in januari geleverd werd was in 2013.

Toch kan het niet voorkomen dat de EU de achterstand ruimschoots opvangt. December schrijft 12,1 miljoen ton melk op. Een iets minder grote daling dan voorzien, namelijk 3,2 procent minder dan een jaar eerder. Voor januari komt de daling naar schatting ook iets lager uit dan voorzien, doordat Nederland toch nog een plus opschreef. De eindstand voor 2016 een plus van 0,4 procent of 152,18 miljoen ton melk.

Wat inhoudt dat er wereldwijd nog steeds veel melk beschikbaar is. Op exportgebied laat Donald Trump zich gelden. De angst voor een minder contact met hofafnemer Mexico begint uit te komen. Zo meldt het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) dat Mexico op zoek is naar alternatieve aanbieders. Een kans voor de EU, die recent al 15.000 ton melkpoeder aan Mexico kon verkopen. Aan de andere kant van de VS schept Canada wat ruimte via CETA. Kenners gaven eerder aan dat de deal gunstig kan zijn voor de afzet van kaas.              

Het wordt nog even spannend, maar zolang er in de EU geen extra liters melk meer bijkomen krijgt de markt ruimte om zich te herpakken. Komen die liters er wel dan is dat voeding voor het mindere sentiment van de laatste 1,5 maand en wordt het tot de piek in de melkaanvoer nog spannend. Er moet immers niet vergeten dat er in de opslagen, in de vorm van melkpoeder, nog een restant ligt van vorig seizoen. Ook dat moet nog van de markt af voor er structureel herstel mogelijk is.