Wij gebruiken cookies
Wij maken gebruik van cookies en andere tracking-technologieën om uw surfervaring op onze website te verbeteren, om gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen.
Per 1 mei vallen vleesveehouders en andere niet-melkleverende bedrijven buiten de fosfaatreductieregeling. Dat heeft het ministerie woensdag bekend gemaakt. Dat betekent dat zij niet gedwongen dieren hoeven af te voeren en melkveehouders weer mogelijk vee kunnen stallen bij niet-melkleverende bedrijven. Dit laatste zou het succes kunnen ondermijnen van de regeling. Welke opties hebben de melkveesector en Van Dam nog om het gat te dichten?
Niet-melkleverende bedrijven vielen aanvankelijk niet onder de fosfaatreductie-regeling. Het plan is immers in de steigers gezet door de zuivelsector. Het zijn namelijk de melkveehouders die verantwoordelijk zijn voor de overschrijding van het fosfaatplafond, niet de vleesveehouders.
Slot op de achterdeur
De niet-melkleverende bedrijven zijn naderhand, circa anderhalve maand geleden, toegevoegd aan de fosfaatreductieregeling. Dat was nadat er signalen uit de zuivelsector kwamen dat melkveehouders hun (jong)vee stalden bij niet-melkleverende bedrijven. Zo konden diverse melkveehouders de dans ontspringen en hoefden zij minder dieren te laten slachten of aan te bieden voor export.
De melkveehouders maakten, naar verluidt, niet echt op grote schaal gebruik van deze achterdeur. Echter, de zuivelsector vond het wel belangrijk genoeg om er bij het ministerie op aan te dringen een slot op die deur te zetten. De zuivelsector kan immers alleen eisen stellen aan melkleverende bedrijven en niet aan niet-melkleverende bedrijven.
Daarvoor had de zuivelsector de overheid nodig en moest de regeling ministerieel worden. Dat is ook gebeurd. In februari maakte Van Dam namelijk bekend dat het fosfaatreductieplan ook gold voor niet-melkleverende bedrijven.
Wijziging binnen 2 maanden
Nog geen 2 maanden later moet de, inmiddels, demissionair staatssecretaris de regeling al weer wijzigen. Het blijkt namelijk juridisch en moreel onhoudbaar om vleesveehouders plotseling en met terugwerkende kracht op te leggen vee af te voeren, omwille van een fosfaatproductiestijging waar zij geenszins verantwoordelijk voor zijn.
Van Dam komt hiermee noodgedwongen tegemoet aan de vleesveehouders die in februari direct naar de rechter stapten. De fosfaatreductieregeling is daarmee weer terug bij af. Dat wil zeggen: het fosfaatreductieplan geldt enkel en alleen voor melkleverende bedrijven en voor niemand anders.
Vee opstallen bij niet-melkleverende bedrijven
De achterdeur staat dus weer open. Melkveehouders zouden dus weer vee kunnen opstallen bij niet-melkleverende bedrijven en op die manier deels onder de fosfaafreductieregeling uit kunnen komen.
Volgens Wiebren van Stralen, beleidsmedewerker bij LTO Nederland, en Lubbert van Dellen, directeur Food en Agri bij Accon Avm, hebben slechts een beperkt aantal melkveehouders in de periode oktober tot februari gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De noodzaak om een slot op die achterdeur te hangen is er dus wel, maar minder noodzakelijk dan het afgelopen winter leek.
Beperkt aantal opties
De vraag is ook welke opties hebben Van Dam en de zuivelsector nog om het ontduiken van de fosfaatreductieregels te voorkomen? Van Dam zelf schrijft dat hij de afvoer van vee wil monitoren. Echter, het hoe daarvan moet nog worden uitgewerkt. De inhoud van de wetswijziging zal in ieder geval voor 1 mei bekend worden gemaakt. Dat laat het ministerie van Economische Zaken weten. De wijziging zal ingaan na publicatie. Het ministerie overlegt met de sector over de invulling van de wijziging.
Monitoring zal via het I&R-systeem gebeuren. Het is mogelijk dat RVO de veemutaties van melkveebedrijven gaat volgen. Mochten zij daarbij op extreme zaken stuiten, dan zullen zij de betreffende melkveehouder benaderen. Kan hij geen dood-, slacht- of exportverklaring overleggen, dan heeft hij mogelijk zijn vee elders in Nederland ondergebracht.
En dan? De opties voor een ander slot, die ook nog juridisch houdbaar en uitvoerbaar zijn, lijken zeer beperkt te zijn. Het is mogelijk dat ZuivelNL wel extra eisen kan stellen aan hun achterban. Welke mogelijkheden dat dit jaar brengt, wordt nog onderzocht.
Op koers
Kees Romijn, voorzitter van LTO Melkveehouderij, laat weten dat de reductie van de melkveestapel op koers ligt. Deze is met bijna 100.000 GVE's gedaald. Dat is 62,5 procent van het totaal aantal dieren dat dit jaar moet worden afgevoerd. Dat is nodig om ook in 2018 nog aanspraak te kunnen maken op de derogatie.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10874113/Gat-in-fosfaatplan-lijkt-moeilijk-te-dichten]Gat in fosfaatplan lijkt moeilijk te dichten[/url]