Kansen zijn er op de zuivelmarkt zeker en ze nemen ook toe, maar het vraagt wel om scherp aan de wind zeilen. Doordat het gat tussen vet en eiwit week na week groter wordt, houdt het ook in dat verkeerde keuzes grotere gevolgen hebben. De spotmarkt weerspiegelt dit via de roomprijs en via magere melkconcentraat. Meer in een analyse van Boerenbusiness Melk.
Het voorjaar zet nu pas goed door, ook al duiken op diverse plaatsen, vooral in de nacht, temperaturen nog onder het gemiddelde. Noem nou Nederland en het zuiden van Duitsland. Vooral in die laatste regio ziet het ernaar uit dat het resulteert in minder melk. Haaks daarop staan de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk (VK) en Frankrijk. Meer melk weegt daar zwaar op het eiwit.
Gat tussen prijs eiwit en vet groeit
Vooral magere melkconcentraat moet het in het VK en Frankrijk ontgelden. Wordt er voor Nederland en Duitsland nog een gemiddelde prijs van 1.250 euro per ton droge stof af fabriek neergezet. Frankrijk en het VK bieden rond de 1.000 tot 1.050 euro per ton aan.
Een groot probleem is het gebrek aan vraag. In het verlengde daarvan staat de zeer rustige markt voor magere melkpoeder. Zowel in Duitsland als in Nederland bleef de prijs stabiel. In Nederland staat de prijs op 171 euro per 100 kg en in Duitsland op 1.670 tot 1.770 euro per ton. In Duitsland wordt de paasvakantie opgegeven als reden voor de rust.
In week 15 werden er opnieuw partijen aangeboden voor interventie. Zo bood Duitsland 576 ton aan, Litouwen 540 ton en Nederland 352 ton. Het zet het totaal op 2.669 ton. Tot nog toe werd er in 2017 nog geen melkpoeder uit interventie verkocht. Of er van de laatste 22.000 ton iets verkocht kon worden, moet nog blijken. De kansen daarvoor zijn wel klein. Op de wereldmarkt stuit de EU ook nog eens op Amerika, welke, qua prijs, de concurrentie goed aan kan.
Roomprijzen tonen de trend
De zwakte in eiwit gaat aan het vet voorbij. Noem bijvoorbeeld de roomprijs. Die liep in de loop van de week weer verder op. Pas in de loop van de donderdag kwam er wat meer prijsdruk, als gevolg van een groter aanbod. Gemiddeld komt de roomprijs uit op 5,22 euro per kg af werk. Dat is een plus van 0,07 euro per kg. Op 1 mei hebben veel landen in de Europese Unie een vrije dag, waar Nederland op 27 mei Koningsdag viert. Het levert gebroken weken op en dat kan de prijsdruk verklaren.
In navolging van room klimmen ook de boterprijzen omhoog. Zo noteert Nederland alweer 448 euro per 100 kilo boter. Daartegenover staan prijzen van 4.400 tot 4.450 euro per ton in Duitsland. Afgezet tegen prijzen in de VS en Nieuw-Zeeland, is de EU niet de duurste. Daarmee blijft de botermarkt vast.
Kopers moeten wennen aan hogere prijzen
Kaas was tot nog toe het lastige fabricaat, maar deze week begint de stemming om te slaan. Spelers op de markt geven aan dat het overwegend rustig is in de Gouda en Edam, maar dat komt deels doordat kopers moeten wennen aan de oplopende prijzen. Het helpt dat er in Duitsland weinig voorraad is en ook in Nederland ziet het ernaar uit dat voorraden niet riant zijn. Ondanks het feit dat kaas en wei al weken de hoogste marges vertegenwoordigen. Voorzichtig dienen hogere prijzen zich aan en krijgt de markt een prijshoudende ondertoon.
Voor Gouda en Edam ligt de prijsrange op 2,85 tot 2,95 euro per kilo. De Duitse beurs noteert 2.950 tot 3.200 euro per ton. Meer muziek zit er in de afzet van mozzarella. Die prijs loopt steeds verder uit op die van Gouda en komt terecht op 3,10 tot 3,20 eurro per kg. Waarmee ook de cheddar verslagen wordt. De melkaanvoer uit de Ierse hoek neemt gestaag toe, maar het heeft nog niet geresulteerd in druk op de cheddarprijs. Deze beweegt boven de 3 euro per kg.
Kansen nemen toe
Als kers op de taart wordt er ook weer wat meer actie gezien in de markt voor volle melkpoeder. Die stijgt in Nederland naar 264 euro per 100 kg, waar Duitsland 2.700 tot 2.800 euro per ton noteert. Het levert al met al voor vet een goed beeld op, maar bijvoorbeeld in boter kan dit niet waargemaakt worden wanneer het eiwit naar magere melkpoeder gaat. Het geeft aan dat de markt ook nog een grote zwakke plek heeft. Lukt het om die te omzeilen, dan zijn de vooruitzichten niet verkeerd. Het geeft zicht op stabiele tot hogere melkprijzen wanneer er ruimte is om de mindere prestaties in eiwit te compenseren.
Ondertussen worden op steeds meer plaatsen in Nederland hogere aanvoercijfers in melk gemeld. Toch blijft de handel in rauwe melk vrij tam. Het betekent dat verwerkers meer dan voldoende eigen melk hebben, dat de marge op de fabricaten te klein of dat er niets is om meer productie aan te jagen. De gebroken weken helpen hier ook niet mee. Als gevolg daarvan blijft de Nederlandse prijs bij een toegenomen spreiding staan op 31 euro per 100 kg melk, bij 4,4 procent vet geleverd. Het noorden van Duitsland doet 29 euro en het zuiden komt uit op 30 euro per 100 kg mek. Dit bij 3,7 procent vet geleverd.
De vraag resteert wanneer in Duitsland en Nederland de piek van de melkaanvoer zich aandient en wat de impact daarvan wordt op de markt. Over februari collecteerde de EU, rekening houdend, met het schrikkeljaar 1 procent minder melk. Maart lijkt in lijn daarmee te bewegen. In april nemen de achterstanden in Duitsland en Frankrijk wat af, maar van plussen is nog geen sprake. Daarmee geeft de aanvoer nog niet direct ruimte voor hogere prijzen, maar is de vraag naar zuivel groot genoeg om dat af te vangen. Voor april lijkt verdere druk op de prijzen uit te blijven en mei kan nog een verrassing opleveren wanneer de piek tegenvalt.