Er is geen Kamerlid die de pijn van de invoering van de fosfaatwetgeving in de melkveehouderij niet voelt. Toch is CDA-senator Joop Atsma opgelucht dat staatssecretaris Van Dam (dinsdag 16 mei) bekendmaakte een buffer te hebben voor het behalen van de verplichtingen voor de Europese fosfaatreductie.
Jarenlang was hij in de Tweede Kamer verantwoordelijk voor de landbouwportefeuille van het CDA. Hij was commissievoorzitter en vervolgens werd Atsma staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur & Milieu. Hij is sinds juni 2015 senator in de Eerste Kamer. Joop Atsma blikt terug op de uitkomst van het debat, dat dinsdagmiddag en -avond plaatsvond, over de wet grondgebonden groei en de wijziging van de Meststoffenwet.
Wat is het inhoudelijke verschil tussen het debat van dinsdag en het debat dat donderdag in de Tweede Kamer wordt gevoerd?
'Dat is best lastig. Het was ook nog maar de vraag of het debat door kon gaan. Dat kwam door de uitspraak van de voorzieningenrechter vorige week over de fosfaatreductie. We hebben er vooraf over gesproken, maar alsnog beslist dat het wel behandeld kon worden. Er zijn namelijk veel raakvlakken met het Tweede Kamerdebat, maar er is ook een duidelijke knip te maken. Dat vond de staatssecretaris ook. Aanstaande donderdag zal het over andere onderwerpen gaan bijvoorbeeld over de aanpassing van het jongveegetal. Het gaat in de Eerste Kamer vooral over de vraag of het uitvoerbaar is, of het een algemeen belang dient en in de Eerst Kamer komt de rechtmatigheid aan de orde. Dat kunnen we als Eerste Kamer nog wel beoordelen. Uiteindelijk gaat het om het behalen van de derogatie en de toekomst van de sector.'
De invoering van de fosfaatrechten heeft tot gevolg dat de kapitaalkrachtigen het meest kunnen groeien. Is dat wel gewenst?
'Dat was met de handel in melkquotum niet anders. Het is maar goed dat we de prijsontwikkeling niet kunnen voorspellen. De staatssecretaris heeft goed uitgelegd waarom er voor fosfaatrechtenhandel gekozen wordt. Dat is namelijk om ervoor te zorgen dat individuele bedrijven zelf de koers op hun bedrijf kunnen bepalen en niet afhankelijk zijn van de overheid. Samen met de VVD heb ik geprobeerd om de afroming op de fosfaatrechten, van 10 procent bij overdacht, generiek te herverdelen over alle veehouders. Echter, dat wil de staatssecretaris niet. Hij kiest voor bovenwettelijke doelen (zoals weidegang, natuurinclusieve landbouw en biologische boeren) bij de besteding van de fosfaatbank, die ontstaat door de afroming.'
Hebben we nu in plaats van melkquotering een fosfaatquotering gekregen?
'Bij de afschaffing van de melkquotering heeft de overheid al gewaarschuwd dat er fosfaatrechten zouden worden ingevoerd als er ongebreidelde groei zou plaatsvinden. Ik vind het terecht dat Van Dam daar in zijn betoog op heeft gewezen. Ik heb dat zelf namelijk ook gedaan bij de opening van de stal van Ids Postma in Friesland. Pas op dat al die stallen straks niet als caravanstallingen worden gebruikt, zei ik toen. Aan de andere kant is de sector zelf ook met een prima oplossing gekomen.'
De nieuwste cijfers over de fosfaatproductie zorgen voor optimisme. Wist u dat er een buffer is van 25 procent?
'Nee, dat heb ik hier vanavond voor het eerst gehoord. Ik heb het niet in de stukken gelezen. Er zit kennelijk een kwart tussen de opgave die Brussel van ons vraagt en waar de sector zichzelf toe verplicht heeft.'
In 10 dagen tijd gaat het van een wanordelijke situatie door de uitspraak van de rechter naar vernieuwd optimisme. Bent u opgelucht?
'Uiteindelijk gaat het om het resultaat, namelijk het behoud van de derogatie. Als het resultaat is wat Van Dam dinsdagavond schetste, zitten we er heel dichtbij. Dat geeft wel een stukje geruststelling. Daarmee kun je ook naar Brussel toe, om de onderhandelingen voor het zesde actieprogramma nitraatrichtlijn te starten. Maar er zijn nog genoeg vragen die nog niet beantwoord zijn.'
Is een van de vragen hoe het afloopt met de rechtszaak in hoger beroep?
'Ja, maar de uitleg van Van Dam was duidelijk. Wat betreft de knelgevallencommissie, die de gevolgen van de invoering van de fosfaatrechten moet beoordelen, heeft hij gezegd dat het advies van de commissie zwaarwegend is, dat er maatwerk mogelijk is en dat er in beroep gegaan kan worden. Wat betreft de fosfaatreductie knelgevallen heeft duidelijk gemaakt dat hij gebruik kan maken van zijn discretionaire bevoegdheid, al zal hij daar zuinig mee zijn. Over de invoering van de voer-mestcontracten komt zo snel mogelijk duidelijkheid.'