Inside: Voermarkt

Kost gras straks meer dan het oplevert?

26 September 2017 - Erik Colenbrander - 3 reacties

Op noodsituaties na, waar de ruwvoeropslag nog opgeruimd moet worden, vindt er vrijwel geen handel in graskuil meer plaats. Hoe staat het ervoor met de voerprijzen? Neem een abonnement voor het antwoord op die vraag.

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past
Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Wanneer er niet opgelet wordt, kost de oogst van gras straks meer dan het oplevert. Helemaal wanneer het om herfstgras gaat, dat de afgelopen weken nog in grote hoeveelheden werd geoogst. In tegenstelling tot vorig jaar groeit er dit najaar nog veel gras, en de kwaliteit is niet slecht. Al zijn de regionale verschillen, door plaatselijke wateroverlast, groot.

Derogatie is oorzaak van het waardeloze weidegras

Derogatie van invloed
De oorzaak voor het waardeloze weidegras is bekend, namelijk de derogatie. Bovendien is het percentage blijvend grasland (in de eis) verhoogd van 75% naar 80%. Dit jaar is weidegras in de tweede helft van het groeiseizoen helemaal waardeloos geworden, omdat de vraag fors is gedaald. Dit kwam door de inkrimping van de veestapel. Aangezien het mes in de jongveestapel is gezet, zal dit volgend jaar niet anders zijn.

De veestapelcategorie, die de mindere kwaliteit moet opeten, is ook uitgedund. Daaruit kan geconcludeerd worden dat het structureel anders moet, wil weidegras ook in het tweede deel van het weideseizoen waarde krijgen. Maar het is net als met vaarzen voor de export: de beste vaarzen verkoopt de veehouder niet. Die wil hij zelf houden. Zo werkt het ook met weidegras.

Bemesting is de oplossing
De meest voor de hand liggende oplossing heeft met bemesting te maken. Meer mest naar maïs en minder naar gras. Maar dit wordt door de Wageningen Universiteit juist afgeraden. Niet alleen omdat daardoor de kans op nitraatuitspoeling stijgt, maar ook omdat zij meer perspectief zien in vervanging van ruw eiwit in krachtvoer door eiwit van eigen bodem.

Het overschot aan gras heeft met een tekort aan mestopslagcapaciteit te maken. Zou er alleen voorafgaand aan de eerste snee drijfmest worden uitgereden, dan zou de grasgroei in de tweede helft veel sneller teruglopen. Nu wordt er nog steeds veel mest uitgereden in het tweede deel van het groeiseizoen, omdat er geen opslagcapaciteit voor handen is. Jaar in jaar uit gras inkuilen, dat meer kost dan het opbrengt, weegt blijkbaar niet op tegen investeren in mestopslag.

Is het middel niet erger dan de kwaal?

Derogatie van tafel?
Als de derogatie van tafel gaat, is het probleem ook opgelost. Daar komen grotere problemen van, zoals mestafzetkosten die de pan uit rijzen. Maar nu de prijs van fosfaatrechten zo explosief stijgt, is het nog maar de vraag of het middel (het behoud van de derogatie en daardoor extra bemestingsruimte) niet erger is dan de kwaal.

Voor het surplus aan weidegras in het tweede deel van het groeiseizoen zou het al een oplossing zijn, wanneer het percentage blijvend grasland wordt verlaagd. Dan blijft het er minder waardeloos gras op het erf liggen. Dit is bovendien mineralenverlies!

Het klinkt tegenstrijdig, maar verlaging van het verplichte percentage grasland verkleint tevens de CO2-uitstoot. Per kilo product heeft de snijmaïsteelt een lagere CO2-voetafdruk dan gras, zegt wetenschapper en bedrijfsleider Zwier van der Vegte, milieu proefbedrijf De Marke.

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden