De Global Dairy Trade (GDT) van 7 november eindigt in het rood. Een signaal dat de markt zijn grenzen aan het opzoeken is. De verhouding vraag en aanbod begint uit de pas te lopen en met de extra liters in aantocht mag de vraag gesteld worden: waar komt de plus in de melkprijs vandaan?
Het goede nieuws is dat China nog steeds aan de markt is. Het ziet ernaar uit dat de Europese Unie (EU) van het marktaandeel van Nieuw-Zeeland aan het snoepen is. De GDT van dinsdag onderstreept het, want waar doorgaans de Chinese vraag garant staat voor plussen duiken de prijzen nu veelal in het rood.
Markt kan aanbod niet aan
Vooral de volle melkpoeder (WMP), toonzetter op de wereldmarkt, moet flink inleveren. Gemiddeld schrijft het fabricaat een min op van 5,5% om uit te komen op $2.852, omgerekend €2.462, per ton. Het is de maand waarop het meeste aanbod kwam, wat aangeeft dat de markt het niet aan kan. Zo daalde de prijs voor levering januari met 9,4% om uit te komen op $2.808 per ton. De extra vraag uit China had juist een beter resultaat moeten opleveren.
In totaal kon er op de veiling 35.072 ton verhandeld worden. Iets minder dan de 35.669 ton die op de veiling ervoor verkocht werd. Gemiddeld ging de prijs met 3,5% omlaag om uit te komen op $3.105 per ton. Wordt er rekening mee gehouden dat de startprijzen van de fabricaten (in vergelijking tot de voorgaande veiling) al een stap omlaag deden, dan is de impact van de veiling nog groter.
Plus in magere melkpoeder houdbaar?
Een positieve uitblinker is magere melkpoeder voor levering februari. Hier werd nog een redelijk volume uit Nieuw-Zeeland aangeboden en kon toch een plus van 6,1% neergezet worden. Een tijdelijk opleving, want als de EU zich met deze leverdatum gaat bemoeien kan het niet anders of de prijs gaat een stap terug doen. Ondertussen zijn de boterprijs en die in Nieuw-Zeeland weer nader tot elkaar gekomen.
Eurokoers heel belangrijk
Door de dalingen in de prijzen, bepaalt vooral de valutakoers wie nu aan zet is. Wint de euro het van de dollar dan zegeviert de EU, anders gaat Nieuw-Zeeland er met de buit vandoor. Het betekent dat de concurrentie op de wereldmarkt groot is en plussen in de melkprijzen van dichtbij moeten komen oftewel mogelijk gemaakt moeten worden door afzet in andere Europese lidstaten.
$1 = € 0,8631 De boterprijzen in Nederland en Nieuw-Zeeland.