De bedrijven die meedoen aan Koeien & Kansen moeten gemiddeld 10 koeien weg doen. Wordt er niet gekozen voor het van de hand doen van een koe, dan geldt een reductie van bijna 2 pinken of 4 kalveren. Binnen de bedrijven zijn de verschillen groot.
Als onderdeel van het fosfaatrechtenstelsel krijgen de niet grondgebonden melkveehouders vanaf 1 januari met een korting van 8,3% te maken. Gemiddeld genomen komt de korting voor alle bedrijven die meedoen aan Koeien & Kansen uit op 6,9%. Alleen de grondgebonden bedrijven krijgen niet te maken met een korting. Daarna lopen de percentages op van 3% naar 8,3%.
Gelijk aantal liters melk
Voor de berekening van de teruggang in het aantal stuks koeien werd uitgegaan van een gelijke jongveebezetting en melkproductie (ten opzichte van 2 juli 2015). Met de aankoop van fosfaatrechten werd geen rekening gehouden. Onder de streep blijkt het dan gemiddeld om een teruggang van 10 koeien te gaan. Dit houdt in dat de melkveehouderij teruggaat naar een omvang welke gelijk is aan die van het moment waarop het melkquotum afliep. Wanneer de melkproductie per koe is toegenomen, kan de balans dus ook de andere kant doorslaan.
Opnieuw verhult het gemiddelde een grote spreiding, Zo zijn er bedrijven die geen vee weg hoeven doen, moet De Marke afscheid nemen van 4 melkkoeien en zijn er bedrijven die 16 of 19 koeien weg moeten doen. Forfaitair produceren de koeien gemiddeld 43 kilo fosfaat per koe. Een pink geldt als 21,9 kilo en een kalf is 9,6 kilo. Wat inhoudt dat een koe gelijk staat aan bijna 2 pinken of meer dan 4 kalveren.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.