De Nederlandse melkproductie laat over februari een trendbreuk zien. De daling in de aanvoer wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de korte periode van extreme kou. Een krimp van de melkveestapel is minder waarschijnlijk.
In totaal collecteerden Nederlandse verwerkers over de maand februari ongeveer 1,2% minder melk, vergeleken met 1 jaar eerder. Dat houdt in dat het volume met 13.369 ton terugging, om zodoende uit te komen op 1,10 miljoen ton melk.
Wat veroorzaakte de afname?
Wordt de melkcollectie vergeleken met de maand januari, dan gaat het om een daling van 9,9%. Dit is een grotere daling dan doorgaans gezien wordt van januari op februari. Een korte periode van extreme kou is waarschijnlijk de oorzaak van de teruggang in de melkproductie. De gehaltes in de melk hebben er echter niet onder geleden. Zo schrijft februari een vetpercentage op van 4,53%, wat de vetopbrengst laat uitkomen op 50.138 ton.
Over februari zijn er 2 aanwijzingen die het onwaarschijnlijk maken dat de omvang van de melkveestapel een verandering heeft ondergaan. Enerzijds wijst alles er op dat melkveehouders proberen de melkproductie in stand te houden (onder het stelsel van fosfaatrechten). De relatief lage slachtcijfers en hoge prijzen voor koeien ondersteunen dit. Anderzijds konden veel bedrijven niets ondernemen, als gevolg van gebreken in de registratie van rundvee.
Tussenstand over 2018
Als gevolg van de lagere melkaanvoer over februari komt de tussenstand voor 2018 uit op 2,33 miljoen ton melk. Dit houdt een gemiddelde van 1,17 miljoen ton melk per maand in. Het levert de totale melkaanvoer een achterstand op van 0,48%. Daarmee zet Nederland de laagste tussenstand sinds 2016 neer.De Nederlandse melkproductie van de afgelopen jaren.