De melkveehouder levert zijn melk aan een verwerker en hoort vaak pas achteraf wat de melk opgeleverd heeft. De ene verwerker kijkt voor de vaststelling van de prijs naar de resultaten en de ander naar de verwachting van andere verwerkers. Toch kan digitalisering hier weleens verandering in brengen. Is de melkprijs straks niet meer alleen van de verwerker?
Trendwatcher Ruud Veltenaar stelt dat digitalisering tot democratisering leidt. Zo zal 60% van de energie over een aantal jaar opgewekt worden door zonnepanelen, waarvan het merendeel in handen is van de burgers. Als gevolg daarvan wordt de energiemarkt niet langer bepaald door de overheid en haar leveranciers, maar gaan de burgers meedoen als partij.
DNA-paspoort
Ook de manier waarop naar voedsel wordt gekeken, gaat veranderen. "Voor circa $1.000 kan iemand een DNA-paspoort laten maken, waarmee de technologie voor een grotere groep bereikbaar is geworden. Het is realistisch dat de consument over een aantal jaar, via blockchain, zijn menu aan de hand van dit DNA-paspoort gaat samenstellen en daarbij dus kijkt naar wat goed is voor zijn lichaam."
Dit betekent dat er een wereld opengaat voor de consument, en daarbij zijn zij minder afhankelijk van de retail. De zuivelverwerkers zien die veranderingen ook en zien tevens dat ze zich bij de afzet meer moeten richten op het internet. De andere kant van de medaille is echter dat ook de veehouders meer mogelijkheden krijgen.
Thomas Carstensen, senior vicepresident melk en handel bij Arla Foods Amba, zegt dat een gemiddelde melkveehouder te maken heeft met 75% tot 80% vaste kosten. Daarnaast heeft deze invloed op de inputkosten, maar heeft die geen grip op de melkprijs. Tegelijkertijd zijn ze verantwoordelijk voor 11.200 melkveehouders. Oftewel: 11.200 bedrijven, die allemaal op een andere manier gemanaged (moeten) worden.
Traditionele zuivelsector
De digitalisering is tot nu toe grotendeels aan de zuivelsector voorbijgegaan. Er is bijvoorbeeld een termijnmarkt voor melkpoeder en boter die elke maand groeit, maar qua volume vanuit Arla slechts voor zo'n 3 dagen dekking biedt. Rik Loeters van Dairy Auctions Online, signaleert ook dat handel via het online platform al veel groter had kunnen zijn. "Er staan ongeveer 80 bedrijven geregistreerd, maar slechts 15 tot 20 bedrijven doen er daadwerkelijk zaken op."
De zuivelsector en de -handel zijn nog altijd vrij traditioneel ingesteld en geven dan ook de voorkeur aan de telefoon. Net als in de melkveehouderij, ligt de gemiddelde leeftijd dan ook relatief hoog. Daar waar de jongere generatie niet meer zonder het internet kan.
Ondertussen is er wel degelijk behoefte aan een referentiekader of benchmark. "Op de Global Dairy Trade (GDT) worden prijzen gecommuniceerd die in het veld anders blijken te liggen en toch kijkt iedereen", zo stelt Carstensen. Dit zou ook voor Europa moeten komen, iets wat kan wanneer er meer online zaken worden gedaan.
En de termijnmarkt?
"Melkpoeder en boter worden afgerekend op het mandje Duitsland, Frankrijk en Nederland. Voornamelijk bij de Franse inbreng worden vraagtekens gezet." Op 15 augustus start de termijnmarkt voor rauwe melk, maar die gaat afgerekend worden op de melkprijzen van het Milk Market Observatory. Het gaat om de melkprijzen van Nederland, Ierland, Denemarken, Duitsland. Ook hier wordt het spannend of er voldoende volumes verhandeld worden, maar tegelijkertijd geeft het melkveehouders grip op de melkprijs.
Sowieso stelt Arla dat het de verantwoordelijkheid van de coöperatie is om meer transparantie te geven. Dit geeft melkveehouders de kans om zelf te ondernemen. Fysiek melk verkopen is een lastig verhaal, maar indekken en langetermijntrends opmerken kunnen wel helpen om melkveehouders minder kwetsbaar te maken.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.