Waar LTO Nederland het fosfaatdebat van woensdagavond 27 juni als een bevestiging van de ingezette lijn van de minister ziet, zijn de biologische melkveehouders zwaar teleurgesteld. "De politici en de minister houden elkaar in een houdgreep van onmacht. Er wordt louter gepraat in onmogelijkheden, terwijl er best kansen liggen", stelt Sybrand Bouma namens de biologische boeren.
Ondanks dat minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) geen extra ruimte bood voor knelgevallen in de melkveehouderij, kreeg zij veel lof voor haar betrokkenheid. Vanuit de politiek en vanuit de sector werd haar houding en optreden geroemd. echter, zo niet door de actiegroep 'SOS Bio-boeren'. De mede-initiatiefnemer Sybrand Bouma is biologisch melkveehouder in Grou en was aanwezig in Den Haag om actie te voeren en woonde ’s avonds het debat bij. Bouma is erg teleurgesteld in Schouten.
"Schouten zou zich bij onze actie voegen, maar zegde op het laatste moment af. Zij wilde zich niet associëren met de rouwstoet. Dat was reeds teleurstellend. Toen we later met een kleine delegatie met haar spraken was haar houding afstandelijk. In de zin dat ze duidelijk liet merken absoluut geen ruimte te bieden voor ons als afzonderlijke groep."
Minister kwetst bioboeren
Volgens Bouma zette deze houding zich voort gedurende het hele debat. "De hele avond is er gesproken over welke onmogelijkheden er allemaal wel niet zijn om ruimte te creëren. Dan wordt de minister geroemd om haar inzet, maar is dat echte inzet plegen als je alle opties afwijst? Volgens ons is het vooral politieke onwil."
Daarbij merkte Schouten op dat de biologische sector mede veroorzaker is van het fosfaatoverschot. "Daarmee heeft ze ons echt geraakt, want dat klopt niet", stelt Bouma. "Als ze bedoelt dat ook sommige biologische melkveehouders meer koeien zijn gaan houden, dan heeft ze onze argumenten niet gelezen. Groei in melkkoeien bij biologische melkveebedrijven gebeurt altijd binnen de biologische kaders."
Bouma herhaalt dat er voldoende mogelijkheden zijn om de circa 450 biologische melkveehouders als groep te ontzien en geeft de moed dan ook niet op. "Wij wachten nog op antwoorden van de minister. Daar hebben wij haar woensdag ook weer op gewezen. Uit de politiek krijgen we steun en zelfs Frits Bolkenstein voegde zich bij onze demonstratie. De steun van 1 politicus van VVD-huize, waar wij anders weinig van hadden verwacht, sterkt ons om de strijd voort te zetten."
LTO volgt lijn minister
Bij het ingaan van het debat had Wil Meulenbroeks nog een sprankje hoop op een verrassing, maar eigenlijk wist de LTO-melkveehouderij voorman al dat de uitkomst overeen zou komen met de brief van 16 mei. Daarin maakte Schouten duidelijk dat er geen extra ruimte is om meer knelgevallen tegemoet te komen. "Je hebt met een Europese Commissie te maken die snel spreekt van staatssteun."
"Wat voor ons als LTO belangrijk was en is, is om onder het fosfaatplafond te komen en te blijven", vervolgt Meulenbroeks. "Wij kunnen daarbij niets anders dan de cijfers volgen die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ons overlegt. Dan doel ik bijvoorbeeld op de CBS-prognose over de fosfaatproductie in 2018. Daaruit blijkt dat er weinig ruimte is."
Kijken naar individuele knelgevallen
Meulenbroeks zegt dat LTO Nederland niet meer naar het helpen van groepen boeren kijkt. Ook omdat het nogmaals neerleggen van een generieke korting bij de groep die al 8,3% werd gekort, als irreëel en zeer onwenselijk wordt gezien. "Dan zit de minister over 2 maanden met een andere groep knelgevallen in een nieuw debat." Individueel is er wellicht nog ruimte voor bedrijven die in de knel zitten, zo hoopt Meulenbroeks. "Daar kijken we samen met het ministerie naar. Wat daar wel of niet uitrolt weet ik echt niet, maar die poging pakken we serieus op."
Extra ruimte winnen vanuit het voerspoor of het aanpassen van de forfaits ziet hij niet als kansrijk. "Nevedi, de brancheorganisatie voor de mengvoerindustrie, laat duidelijk weten dat de grenzen bereikt. Wellicht niet op individueel niveau, maar wel sectoraal." Aanpassing van de forfaits, waarbij de excretie per koe naar beneden wordt bijgesteld, werkt juist negatief uit op de te behalen winst uit het voerspoor, stelt Meulenbroeks. "Je moet oppassen dat je daarmee niet helemaal de verkeerde kant opgaat."