De zuivelmarkt worstelt deze week met tegengestelde signalen. Vanuit de wereldmarkt is er druk om de prijzen te verlagen. De GDT liet eerder deze week een verdere daling zien, maar op de interne markt in de EU zijn het vooral een dalende melkaanvoer en een hogere inflatie/dalende koopkracht die de prijzen beïnvloeden.
Deze week waren de prijzen overwegend stabiel. De kaasmarkt, die de laatste weken onverdroten omhoog ging, vertoonde deze week wat aarzelingen. Uiteindelijk resulteerde toch een lichte plus over de hele linie. Een belangrijke factor bij de aarzelingen van deze week was dat zowel veel kopers als verkopers zaten te wachten op de uitkomst van nieuwe contractonderhandelingen met de retail.
Duitse retail betaalt meer
De Duitse retail heeft inmiddels nieuwe zuivelcontracten afgesloten voor de komende maanden en de eerste signalen zijn dat de retail behoorlijk meer gaat betalen. Aanstaande week komen verdere details hierover naar buiten.
Gesprekken over nieuwe contracten tussen de grote kaasmakers en hun klanten focussen zich nu op het eerste kwartaal van 2023. Voor de tussenliggende periode is het grootste deel van de productie al vastgelegd.
Voor de poeder en botermarkten is het beeld iets minder duidelijk. De melkpoederprijzen stonden in de voorbije weken duidelijk onder druk. Dat komt deels door de vakantieperiode, met een zwakke interne afzet in de EU en lagere prijzen op de wereldmarkt.
Bijna evenwicht mager melkpoeder
Voor mager melkpoeder lijkt vrijwel een evenwicht bereikt bij een prijspeil van zo'n €3.500 per ton. Dat geldt in ieder geval voor de Noordwest-Europese prijzen en die op de GDT-veiling van Fonterra. Afwijkingen zijn er nog wel. Zo verkocht Arla op de GDT-veiling van deze week nog poeder voor omgerekend €3.340 per ton en houden Duitse aanbieders nog vast aan een prijsniveau van rond de €4.000 per ton. Dat de DCA-notering voor magere melkpoeder deze week dan niet meer zakt, hoeft dus niet vreemd te zijn.
Lastiger is de markt voor volle melkpoeder. De DCA-notering daarvoor ligt stabiel op €4.600 per ton, terwijl de GDT-notering uitkwam op zo'n €3.360 per ton. Dat is dus zo'n €1.200 per ton lager dus, en ook nog lager dan de notering van magere melkpoeder. Hier valt dus een flink gat te overbruggen. Vol poeder bracht weinig op bij de GDT omdat China het liet afweten (en het is nu nog niet leverbaar). Europees vol poeder ligt qua prijs boven de wereldmarkt, maar heeft als voordeel dat het wel beschikbaar is
De boternotering van DCA trok deze week iets aan, net als de notering voor room. De botermarkt wordt evenwel verscheurd door verschillende signalen en heeft ook last van logistieke problemen. Botervoorraden zijn nog steeds klein en vooral in Frankrijk is er een groot tekort. Dat zou deels kunnen worden aangevuld met goedkoper Pools materiaal, maar daarvoor ontbreekt de transportcapaciteit, zo wordt gemeld.
Logistiek bepaalt verschillen botermarkt
Met een prijs van bijna €7.000 per ton is boter hier nog steeds zo'n €1.900 per ton duurder dan in Nieuw-Zeeland. Maar partijen aarzelen of het verstandig is om een groot volume uit dat land te laten komen. Als het in oktober aankomt, kan een groot deel van het prijsverschil weer zijn verdampt.
Dit veronderstelt dat de boterprijs hier de komende maanden gaan dalen, maar daar heeft niemand nog duidelijkheid over. Niet alleen boter was erg goedkoop op de GDT, ook boterolie, een verder ingedikte vorm van melkvet voor industriële toepassing. Het werd verkocht voor omgerekend €4.900 per ton, wat nog veel goedkoper is dan de prijs van boterolie hier: ruim €8.000 per ton.
Zuid-Europa trekt
Rauwe melk trok deze week ondertussen duidelijk aan in prijs, omdat er extra vraag was vanuit Zuid-Europa. Mede door een krap aanbod werd in het zuiden van Duitsland tussen de €60 en €63 per 100 kilo betaald en in Griekenland, door eindverbruikers, tot €75. Dit gebeurt mede onder invloed van het toeristenseizoen. Magere melkconcentraat daalde vreemd genoeg, en als enige product, licht in prijs.