De Nederlandse zuivelindustrie zal de komende jaren vanwege toegenomen internationalisatie nieuwe businessmodellen moeten ontwikkelen. Hierdoor zullen nieuwe zuivel-clusters ontstaan die ons nieuwe welvaart brengen door het inzetten op export van kennis en technologie rondom duurzaamheid en gezondheid.
Dat perspectief levert wel spanning op voor de huidige zuivelcoöperaties, want hoe kies je tussen kwantiteit, het aantal leden, en het melkvolume aan de ene kant en waarde en hoogwaardige activiteiten aan de andere kant? Het nieuwe verdienmodel is ook een dilemma voor de bestuurders. De vraag is of het huidige 'aanbod gedreven' model, waarop coöperaties gebaseerd zijn nog houdbaar is in de toekomst. Maar er moet wel wat gebeuren.
Het Nederlandse zuivelcluster zit namelijk in een nieuw fase, namelijk die van krimp. Ondanks deze dreiging zien we dat het grootste deel van de sector de strategie niet wijzigt. Die strategie is nog gebaseerd op een groeimodel. Tegen internationale trends in en dus een behoorlijk risico. Samen met de Nederlandse kenniscentra zijn de Nederlandse zuivel-multinationals wel al volop met noodzakelijke transitie bezig. Alternatieven voor de zuivelindustrie zijn hard nodig. Vooral de magere- en volle melkpoeder en kaas, waar nu het meeste van de Nederlandse melk in gaat, zit in de gevarenzone.
Het Nederlandse zuivel cluster is gelukkig toonaangevend op efficiency en duurzaamheid, dus waarom zullen we daar dan niet van profiteren? En andere landen helpen. Het exporteren van kennis en technologie sluit prima aan bij de politieke en economische ambities van opkomende landen. Dit is een unieke kans voor onze zuivelsector. Veel partijen zijn nu al bezig om stap voor stap het huidige systeem te verduurzamen zonder dat het verdienmodel aangepast wordt. Maar dit gaat te langzaam. Er zijn uitdagingen rondom bodemkwaliteit, waterkwaliteit en stikstof die alle aandacht opeisen. Toch is er een snelle systeemverandering nodig om de sector economisch vooruit te helpen.
Een kansrijke actuele innovatie-ontwikkeling is de beweging naar het gezonder maken van de levensstijl. Voeding speelt hier een belangrijke rol in en de gezondheidssector ontwikkelt in hoog tempo nieuwe programma's vanuit het idee 'Food is een medicijn'. Op deze manier naar nieuwe kennisontwikkeling kijken past bij de uitdagingen van de 21e eeuw en is veelbelovend. Ook de overheid, 'Wageningen' en diverse koplopers die actief zijn met plantaardige eiwitten en kringloop landbouw ontwikkelen zich in die richting. Bijkomend voordeel is dat er minder beslag wordt gelegd op grond en er minder melkvee nodig is. Al is dit voor sommige natuurlijk een hard gelag.
Juist coöperaties en familiebedrijven denken aan de lange termijn en zijn goede rentmeesters. Ik vertrouw er op dat kaas-en melkpoeder producenten en handelaars ook in de toekomst de paradepaardjes van een hoogwaardige en duurzame economie zijn.
Richard Janssen is universitair hoofddocent aan Nyenrode Business Universiteit. Agrofoodketens, waaronder zuivel, vallen in zijn aandachtsgebied. Bij dit onderzoek is geen opdrachtgever betrokken en heeft (externe) financiering geen rol gespeeld.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/melk/artikel/10906498/zo-blijft-zuivelindustrie-paradepaardje-in-economie]Zo blijft zuivelindustrie paradepaardje in economie[/url]