Begin april werden de equivalente mestmaatregelen aangekondigd. Een lang traject ging daaraan vooraf. Echter, niet iedere akkerbouwer is tevreden met de uitkomst. Dit geldt ook voor akkerbouwer Rens van Bergeijk. In zijn ogen stimuleren de mestnormen louter het gebruik van kunstmest en is dat de foute weg.
Rens van Bergeijk heeft samen met zijn broer Marc een akkerbouw- en loonbedrijf in Zuidland (Zuid-Holland). Al circa 10 jaar lang probeert hij stapsgewijs te minderen in het gebruik van kunstmest en meer dierlijke meststoffen aan te voeren. Met het huidige mestbeleid wordt hem dat steeds onmogelijker gemaakt. De huidige maatregelen noemt hij onverstandig voor bodem en gewas.
Waar zit volgens u het probleem bij de equivalente mestmaatregelen?
'De aangekondigde maatregelen lijken nergens op. Als akkerbouwer zit ik helemaal niet te wachten op meer monitoring en de extra kosten die hiermee gemoeid zijn. De tijd die ik in alle administratie en bedrijfsbezoeken moet steken, kost ook geld. Daar wordt niet naar gekeken. Het huidige mestbeleid stuurt op het gebruik van kunstmest, terwijl wij op ons bedrijf juist proberen zo min mogelijk fosfaat en kali aan te kopen in kunstmestvorm. Wanneer ik voor de nieuwe verruiming kies, mag ik nog maar 100 kilo stikstof uit dierlijke mest aanvoeren. Minderen in het gebruik van kunstmest, en zo de bodemgezondheid verbeteren, gaat dan niet.'
Bijna alle akkerbouwers zijn bezig met hun bodem. Hoe kan het dan dat er zo’n maatregel komt?
'De equivalente mestmaatregelen zijn het resultaat van onderzoekers, ambtenaren en het bedrijfsleven die geen tot weinig feeling hebben met de moderne boerenpraktijk. In de praktijk zal hier weinig gebruik van gemaakt worden. Onderzoek heeft zich bijna altijd gericht op het toedienen van kunstmest. Na het verdwijnen van Productschap Akkerbouw worden de onderzoeken grotendeels gefinancierd vanuit de industrie. Maar wie toetst of het overheidsbeleid zich op de juiste weg bevindt? Kunstmest verhoogt niet het gehalte organische stof, maar wel de uitspoeling van nutriënten. Wanneer er met meer kunstmest goede opbrengsten worden gehaald, verwacht ik een verdere verlaging van de normen. Het wordt tijd dat de overheid de zaak bekijkt vanuit de boer en zijn bodem. Een goede gezonde bodem heeft ook nutriënten nodig om te leven. De huidige regelgeving staat haaks op de praktijk en waar wij behoefte aan hebben.'
U zegt geen fosfaat en kali uit kunstmest aan te voeren op het bedrijf. Hoe gaat dat in zijn werk?
'Al jaren maken wij gebruik van drijfmest. Dit is iets verminderd om ook de vaste stromest en compost aan te kunnen voeren. De gewassen die wij telen zijn aardappelen, suikerbieten, cichorei, tarwe, wintergerst en conserven erwten. Om stikstof aan te voeren maken we deels gebruik van spuiwater. Dat wordt bij toepassing door de drijfmest gemengd. Via ons loonbedrijf zijn daarvoor alle benodigde machines aanwezig. Omdat het spuiwater uit luchtwassers altijd licht verontreinigd is (door transport in mestauto’s) mag het niet als kunstmest geclassificeerd worden. In theorie is het mogelijk om de gehele stikstofbehoefte met spuiwater in te vullen. Met de huidige norm van 170 kilo stikstof kom ik dan in de knel.'
Welke resultaten zijn er in die periode van 10 jaar inmiddels geboekt?
'Iedere 4 jaar laten we de percelen bemonsteren. Hieruit blijkt dat het gehalte organische stof per 4 jaar met 0,10 procent stijgt. Wat opvalt is dat de bodemvoorraad in korte tijd enorm toeneemt, omdat we van louter gewasvoeding overstappen op een bemestingsplan gericht op bodemvoeding. Dat is terug te zien in de beschikbaarheid van opneembare kali voor de plant. Door te stoppen met kali strooien en meer rundveedrijfmest en vaste eendenmest, is dit sterk verbeterd. Ook magnesium wordt dan voldoende aangevoerd. Dat het gehalte organische stof toeneemt, komt ook door het toepassen van niet kerende grondbewerking (NKG). Wanneer ik de bodemonderzoeken van de proefboerderij vergelijk met die van ons bedrijf, zie ik dat zij meer kali en magnesium strooien, omdat dit uitspoelt. In onze bodem wordt die juist steeds meer vastgelegd aan het klei/humuscomplex. En de gewassen maken dit zelf weer los. Groenbemesters worden geteeld. Waar geen tijd over is om een goede groenbemester te laten groeien, wordt een bemesting gedaan van 25 ton met een mengsel van stalmest/natuurgrascompost. Dit stimuleert het bodemleven en je hebt de mogelijkheid om wortelonkruid te bestrijden. Er geldt een onderwerkplicht voor het strooien van dit stukje vaste mest, maar ook dit staat haaks op een gezond bodemleven. Vooral de pendelende wormen hebben er baat bij dat deze organische stof op het land ligt. De stikstof is gebonden en nodig voor de vertering en zal minimaal vervluchtigen uit dit product.'
Wat moet er volgens u veranderen om de situatie te verbeteren?
'Ik pleit voor een bedrijfsspecifiek onderzoek naar de uitspoeling van nutriënten en mineralen. Het is nu vooral een gevoelskwestie dat de uitspoeling vermindert op ons bedrijf, zelfs met veelvuldig gebruik van dierlijke mest en extra organische stof uit natuur. Deze gegevens zijn waardevol voor de overheid, maar ook voor Wageningen Universiteit om hun beleid en regels te kunnen toetsen. Alleen zo wordt duidelijk wat het verschil voor de bodemvruchtbaarheid is. Ook zijn betere kunstmestvervangers vereist. Met iedere nieuwe maatregel lijkt meer administratieve rompslomp te komen. Daar worden vooral ambtenaren en controleurs beter van. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de ondernemer.'
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.