Momenteel presenteren veel grote machinefabrikanten hun jaarcijfers over 2013. In bijna alle persberichten is te lezen dat veel geld wordt gestoken in productontwikkeling en onderzoekscentra die dit mogelijk maken. Maar waar zijn machinebouwers mee bezig en wat kunnen we verwachten?
De robots en UAV’s die over het land rijden of vliegen laten we even buiten beschouwing. Wellicht is het inderdaad haalbaar om binnen nu en vijf jaar drones te gebruiken die het perceel scannen en informatie doorgeven. Deze techniek is er reeds maar zeer gespecialiseerd en duur. Fabrikanten geloven wel in hun nut maar hebben nog geen oplossing die hufterproef is. Wil dergelijke techniek in de landbouw slagen dan zul je een simpel concept nodig hebben. Machinebouwers en tractorenfabrikanten kondigen allemaal aan flink geld te steken in product development. Nieuwe ontwikkelingscentra worden uit de grond gestampt. Wat betekent dat voor de komende vijf tot tien jaar?
Inmiddels heeft ieder trekkermerk zich een gps-systeem toegeëigend. Affabriek worden steeds meer trekkers afgeleverd met een stuurhulp. Logisch, want het is relatief goedkoop en het nut is bewezen. Die trend zal zich ook in machineland verder doorzetten. In steeds grotere mate wordt elektronica omarmt om machines efficiënter in te kunnen zetten. De simpelste voorbeelden zijn sectieafsluiting op een veldspuit, kunstmeststrooier of zaaimachine. Die eerste is gesneden koek voor menig teler. De laatste twee zijn sterk in opkomst en zullen de komende jaren hun nut gaan bewijzen, zoals sectiecontrole op de spuitboom daar tien jaar geleden al mee begon. Toch is op dat vlak ook nog iets te halen. Secties van anderhalve meter nemen 80 procent van het probleem, de overlap, weg. Individuele dopafsluiting pakt ook die laatste 20 procent. Daar hangt echter wel een kostenplaatje van 15.000 tot 25.000 aan vast. Ongetwijfeld zal dat in de toekomst goedkoper worden. De prijs van gps-systemen is in bijna tien jaar tijd ook met 40 procent gedaald. Om ons huidige middelenpakket te behouden hebben we dergelijke techniek hard nodig om de natuur te ontlasten. Bovendien zorgt het voor meer geld in uw portemonnee.
De huidige wetgeving voor landbouwverkeer zal in de toekomst alleen maar verder worden aangescherpt. Fabrikanten kunnen de constructie dus niet aanpassen om voor capaciteitverhoging te zorgen. Die moet worden gezocht in het ‘slimmer’ maken van machines. Die trend zien we bij maaidorsers al langer plaatsvinden. De boordcomputer neemt steeds meer taken over van de chauffeur. Hij weet namelijk zelf veel beter hoe de belasting is en of bijvoorbeeld de snelheid kan worden verhoogd. Dergelijke slimme oplossingen zullen steeds vaker bij machines worden doorgevoerd. Om het werk van de chauffeur te verlichten en de capaciteit en kwaliteit van het werk te verbeteren.
Ook op het gebied van de aansturing staan grote veranderingen ons op te wachten. Bij fabrikanten heerst echter verdeeldheid. We kunnen ze in twee kampen opdelen. Die mét een eigen terminal en die zonder. Wie met een schone lei moet beginnen kiest natuurlijk voor bestaande techniek. Voor de fabrikanten die reeds miljoenen in dergelijke techniek hebben geïnvesteerd is dat een zure appel. Uiteindelijk zal dit waarschijnlijk wel gaan gebeuren, ongeacht wat sommige fabrikanten hopen. Als agrariër heeft dat enorme voordelen. Niet in de minste plaats voor de kosten. Wat de industrie nodig heeft is één programmeerstandaard voor de complete industrie. Dat wordt een API genoemd, wat staat voor application programming interface. Dit houdt simpelweg in dat de functionaliteit altijd gelijk is, voor iedereen. Ondertussen kan de schil er rond omheen wel veranderen, wat handig is voor de verkoop van het product.
Ook bij de ontwikkeling van tractoren en zelfrijdende machines vindt er veel ontwikkeling plaats. Deze sector wordt echter al jaren gepest door emissie eisen. Wie bedenkt dat vrachtwagens momenteel zijn aanbelandt bij de Tier 7 norm weet dat de landbouw hier last van zal blijven ondervinden. Milieutechnisch gezien zijn deze eisen niet overbodig. Echter, ze zorgen voor de toevoeging van dure en complexe systemen, sensoren die kapot kunnen gaan en soms een verhoogd brandstofverbruik. Het grootste nadeel is de rem op andere onderdelen. Fabrikanten zijn verplicht hun modellen aan te passen, wanneer de motorentechniek veranderd. Dat heeft ook een grote impact op het totale budget voor ontwikkeling. Die innovatieve transmissie of slimme boordcomputer wordt in zijn ontwikkeling vertraagd. En daar zijn we weer niet zo blij mee.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.