Als we 2015 en 2017 met elkaar vergelijken, dan zien we dat de pluimveehouderij in Nederland 1.578.505 kippen verloor. Opvallend is wel dat die afname voornamelijk in de gangbare sector zichtbaar is. Maar in welke provincie is het aantal kippen het hardst gedaald? Daar geven cijfers van het CBS antwoord op.
Het aantal kippen kwam in 2015 uit op 106.762.945 stuks, en in 2017 is dat aantal gedaald naar 105.184.440 stuks. Echter, de vraag is natuurlijk waar het grootste deel van die afname vandaan kwam. Een nieuwe top 5 geeft het antwoord op die vraag.
Waar waren de grootste dalingen?
Als we kijken naar de grootste dalingen, dan staat Gelderland bovenaan de lijst. In deze provincie kwam het aantal kippen in 2015 uit op 18.253.826, maar in 2017 is dat gedaald naar 17.475.587. Het betekent dat het aantal kippen de afgelopen jaren met 778.239 stuks gedaald is. Het aantal leghennen daalde met 578.651 en het aantal vleeskuikens daalde tussen 2015 en 2017 met 199.588 stuks.
De tweede plaats is voor Friesland, waar het aantal kippen tussen 2015 en 2017 met 771.089 stuks afnam. Het aantal leghennen daalde van 1.496.801 (2015) naar 1.316.318 (2017). Het betreft een daling van 180.483 leghennen. Ook het aantal vleeskuikens in deze provincie daalde de afgelopen 2 jaar: van 7.448.788 in 2015 naar 6.858.182 in 2017 (-590.606 vleeskuikens).
De derde plaats is voor Overijssel. In deze provincie kwam het aantal kippen in 2015 uit op 11.923.662, maar in 2017 is dat aantal gedaald naar 11.540.553. Het betreft een daling van 383.109 kippen. Het aantal leghennen in deze provincie daalde met 188.600 stuks en het aantal vleeskuikens daalde van 7.698.389 tot 7.503.880 (-194.509 vleeskuikens).
De vierde plaats is voor Noord-Brabant, waar het aantal kippen tussen 2015 en 2017 met 342.224 stuks daalde. Het aantal leghennen daalde in deze provincie van 9.422.534 (2015) naar 9.006.986 (2017). Het betreft een daling van 415.548 stuks. Daarentegen liet het aantal vleeskuikens in Noord-Brabant een stijging zien van 73.324 stuks.
De laatste plaats van deze top 5 is voor Groningen. In deze provincie kwam het aantal kippen in 2015 uit op 6.095.849, daar waar dat in 2017 gedaald is naar 5.881.663. Het betekent dat er een afname van -214.186 kippen heeft plaatsgevonden. Het aantal vleeskuikens in deze provincie daalde met 366.984 stuks. Opvallend is dat het aantal leghennen juist een stijging laat zien (+152.798).
Waar daalde het aantal vleeskuikens?
Als we alleen kijken naar waar het aantal vleeskuikens het hardst is gedaald, dan staat Friesland bovenaan. In deze provincie kwam het aantal vleeskuikens in 2015 uit op 7.448.788 stuks, maar dat aantal is in 2017 gedaald naar 6.858.182 stuks. Het betreft een daling van 590.606 vleeskuikens. Opvallend is dat de afname vooral in het aantal gangbaar gehouden vleeskuikens (-594.826), want het aantal biologische gehouden vleeskuikens laat een toename zien (+4.220).
Op de tweede plaats staat Groningen. In deze provincie daalde het aantal vleeskuikens met 366.984 stuks: van 4.847.101 (2015) naar 4.480.117 (2017). Het aantal biologisch gehouden vleeskuikens daalde tussen 2015 en 2017 met 4.800 stuks en het aantal gangbaar gehouden vleeskuikens daalde in de provincie Groningen met 362.184 stuks.
De derde plaats is voor Gelderland. In deze provincie kwam het aantal vleeskuikens in 2015 uit op 4.847.101 stuks. Dat aantal is in 2017 gedaald naar 5.258.379 stuks, wat een daling van 199.588 vleeskuikens betreft. Het aantal gangbaar gehouden vleeskuikens daalde met 174.788 stuks en het aantal biologisch gehouden vleeskuikens daalde met 24.800 stuks.
Waar daalde het aantal leghennen?
Als we kijken naar de daling in het aantal leghennen, dan zien we dat Gelderland bovenaan de lijst staat. Deze provincie telde in 2015 nog 12.795.859 leghennen, maar dat aantal is in 2017 gedaald naar 12.217.208 leghennen. Het betreft een daling van 578.651 leghennen. Het aantal gangbaar gehouden leghennen daalde met 950.094. Opvallend is dat het aantal biologisch gehouden leghennen een stijging liet zien van 371.443 stuks.
Noord-Brabant komt op de tweede plaats. In deze provincie kwam het aantal leghennen in 2015 uit op 9.422.534, en in 2017 is dat gedaald naar 9.006.986 stuks. Het betekent een daling van 415.548 leghennen. Het aantal biologisch gehouden leghennen liet een stijging zien van 16.808 stuks, terwijl het aantal gangbaar gehouden leghennen een daling toont van 432.356 stuks.
De derde plaats is voor Utrecht. Hier kwam het aantal leghennen in 2015 uit op 2.491.255, en in 2017 is dat gedaald naar 2.281.672 stuks. Het betekent een daling van 209.583 leghennen. Het aantal biologisch gehouden leghennen liet een stijging zien van 869 stuks, terwijl het aantal gangbaar gehouden leghennen een daling toont van 210.452 stuks.
Biologisch versus gangbaar
Als we alleen kijken naar de 3 provincies waar het aantal biologisch gehouden kippen het hardst gestegen is, dan staat Gelderland bovenaan. In deze provincie steeg het aantal biologisch gehouden kippen van 1.177.750 (2015) naar 1.524.393 (2017. Het betekent dat er de afgelopen 2 jaar een stijging van 346.643 biologisch gehouden kippen heeft plaatsgevonden.
De tweede plaats is voor Flevoland, want daar steeg het aantal biologisch gehouden kippen met 90.544. Als we specifieker kijken, dan zien we dat het aantal steeg van 134.397 (2015) naar 224.941 (2017) kippen. De bronzen medaille is voor Overijssel, waar het aantal biologisch gehouden kippen in 2017 uitkwam op 297.293. Dat waren er in 2015 nog 240.146, wat betekent dat het aantal biologisch gehouden kippen met 57.147 stuks is toegenomen.
Als we alleen kijken naar de 3 provincies waar het aantal gangbaar gehouden kippen het hardst is gedaald, dan staat Gelderland ook hier bovenaan. In deze provincie kwam het aantal gangbaar gehouden kippen over 2015 uit op 17.076.076, maar dat aantal is in 2017 gedaald naar 15.951.194 stuks. Het betekent dat het aantal gangbaar gehouden kippen in de afgelopen 2 jaar met 1.124.882 stuks is afgenomen.
De zilveren medaille is voor Friesland, waar het aantal gangbaar gehouden kippen over 2017 uitkwam op 8.121.781 stuks. Dat aantal kwam in 2015 nog uit op 8.902.745 gangbaar gehouden kippen, wat betekent dat er een daling van 780.964 stuks heeft plaatsgevonden. De derde plaats is voor Overijssel, waar het aantal gangbaar gehouden kippen tussen 2015 en 2017 met 440.256 stuks is gedaald. Het betreft een daling van 11.683.516 (2015) tot 11.243.260 (2017) stuks.
Verschil 2015 - 2017 | |||
Provincie | Kippen (totaal) | ||
Totaal | Biologisch | Gangbaar | |
Gelderland | -778.239 | 346.643 | -1.124.882 |
Friesland | -771.089 | 9.875 | -780.964 |
Overijssel | -383.109 | 57.147 | -440.256 |
Noord-Brabant | -342.224 | 16.958 | -359.182 |
Groningen | -214.186 | -15.461 | -198.725 |
Flevoland | -21.503 | 90.544 | -112.047 |
Zuid-Holland | -37.338 | -4 | -37.334 |
Zeeland | 5.729 | -13.129 | 18.858 |
Utrecht | 26.929 | 5.849 | 21.080 |
Drenthe | 63.548 | 2.833 | 60.715 |
Noord-Holland | 130.724 | 4.800 | 125.924 |
Limburg | 742.253 | 50.389 | 691.864 |
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/top5/artikel/10879110/waar-nam-het-aantal-kippen-het-sterkst-af][/url]