Spaanse varkenssector stapt over op Duroc genetica

Vooral dankzij een sterke toename van afzetmogelijkheden op buitenlandse markten kende de Spaanse varkensmarkt afgelopen jaar een opleving. In 2016 werd meer dan 50 procent van de varkensproductie buiten Spanje afgezet, wat aangeeft dat Spanje behoorlijk afhankelijk is van de stemming in Europa en op de wereldmarkt. Per saldo stonden de varkensprijzen voor levend gewicht aan het eind van 2016 zo’n 20 procent hoger op 1,13 euro per kilo, maar tussendoor heeft de Spaanse notering voor levende varkens ook de 1,33 euro aangetikt.

De varkensstapel in Spanje is sinds 2016 de grootste van Europa met zo’n 28 miljoen varkens, terwijl Duitsland – nummer 2, maar van oudsher de grootste – circa 27 miljoen varkens telt. Wat betreft de productie van varkensvlees is Duitsland nog wel de grootste, omdat Spanje relatief veel levende varkens exporteert, ook naar Duitsland. Qua afzetmarkt is China de belangrijkste handelspartner met een afzet van 18 procent van het geëxporteerde volume, gevolgd door Frankrijk, Italië en Portugal.  Per saldo steeg de export binnen Europa in de periode januari tot september met zo’n 5 procent, terwijl de export naar derde landen met zo’n 70 procent toenam.

De belangrijkste conclusie die de Spanjaarden trekken over 2016 trekken, is een toenemende vraag naar beter kwalitatief varkensvlees. Er is een duidelijke genetische verschuiving zichtbaar van Pietrain genetica naar Duroc varkens. Dit kan betekenen dat de binnenlandse vraag in Spanje verschuift naar andere kwaliteitsstandaarden of dat de Spaanse varkenssector met andere genetica een stempel op de wereldmarkt wil drukken.

Onlangs heeft een Deens onderzoeksinstituut beweerdat het Duruc ras veel beter is dan Piétrain genetica als vaderlijn in de Deense zeugenhouderij. Vooral op gebied van rendement en dierwelzijn scoorde het Duroc varken aanzienlijk beter met een verschil in biggensterfte van zo’n 15 procent.