De Europese varkensmarkt staat op een stabiele ondergrond, maar de ruimte voor prijsverhoging is in feite ook nihil, waardoor stabiele noteringen in principe geheel logisch zijn. Varkenshouders hebben echter moeite om zijwaartse bewegingen te accepteren, gezien de biggenprijzen wel stijgen en de kosten voor mestafzet fors zijn.
Terwijl varkenshouders in Europa stemming maken voor hogere varkensprijzen, staat de situatie op de vleesmarkt dit eigenlijk niet toe. Puur op basis van het varkensaanbod in Duitsland en Nederland is een prijsverhoging haalbare kaart, maar de vraag op de vleesmarkt wordt door slachterijen als traag omschreven. Vooral binnen Europa verloopt de afzet koeltjes. Ten opzichte van vorige week laat de vleesmarkt zelfs een verslechtering zien, zo melden diverse slachterijen. Duitse slachterijen reageren dan ook met onbegrip op de wens voor een prijsverhoging.
Dat het varkensaanbod in Noordwest Europa deze weken wat kleiner uitpakt, is vooral een gevolg van de koude temperaturen. De weersverwachting geeft echter aan dat de temperaturen begin februari weer oplopen tot boven de 10 graden Celsius in het zuiden van Duitsland, waardoor de impact van deze ‘aanbodsvertrager’ voorlopig afneemt. Overigens is een prijsverhoging woensdagmiddag zeker niet uitgesloten. In Duitsland willen slachterijen elkaar ook wel eens bewust treiteren door te verhogen, juist in een moeilijke markt.
Voor week 4 laten de varkensprijzen in Europa allemaal stabiele noteringen zien. Alleen in Italië is een prijsstijging zichtbaar van 2 cent tot 1,83 euro, maar dat is ook de enige notering die beweegt. Ondanks dat de noteringen een ogenschijnlijk stabiele markt laten zien, is het dus allemaal niet zo stabiel als de prijzen doen vermoeden. Het blijft deze wintermaanden waarschijnlijk een markt waarin het, qua prijszetting, een getouwtrek blijft tussen slachterijen en varkenshouders.