De voorgenomen voorstellen zijn een enorme verzwaring van de eisen aan de veehouderij in Brabant. Dit werkt niet mee aan goed ondernemersklimaat in Brabant. Veehouders die altijd voorop hebben gelopen worden nu afgestraft.
Veehouders die de afgelopen jaren fors hebben geïnversteerd in dierenwelzijn, moeten nu opnieuw fors gaan investeren. Voor veehouders zijn het dan ook zeer demotiverende plannen. Zij moeten namelijk extra kosten maken die niet worden terugverdiend. De POV waarschuwde het provinciebestuur voor de kans op schadeclaims van veehouders. Zij ziet voldoende juridische grondslagen om deze plannen aan te vechten.
De Gedeputeerde Staten (GS) van Brabant hebben een voorstel gepresenteerd dat moet leiden tot een zorgvuldige veehouderijsector in de provincie. De maatregelen moeten, aldus Gedeputeerde Staten, de natuur en de leefomgeving verbeteren en meer ruimte bieden voor innoverende veehouders en economische groei voor andere sectoren. Wat zijn nu precies de plannen van de GS en wat zijn de gevolgen?
1. Mestbewerking
Er is meer ruimte nodig voor mestbewerking op geschikte locaties. De mest moet op de bedrijven zelf worden verwerkt. Dit heeft als doel:
2. Staldering
Het systeem van staldering moet een verdere belasting van gebieden met een hoge veedichtheid voorkomen en ook leegstand van stallen tegengaan. Er komen zes gebieden. Een veehouder mag alleen uitbreiden met stallen wanneer elders in het zelfde gebied stallen worden gesloopt. Wanneer 10 m2 stal wordt nieuwgebouwd moet in datzelfde gebied 11 m2 worden gesloopt. Voor een nieuwbouw stal moet dus 10% extra worden gesloopt. Ook moet met deze maatregel leegstand voorkomen worden.
Deze staldering geldt niet voor melkvee, schapen en nertsen. Melkveehouderij is uitgezonderd, ivm de invoering van het stelsel van fosfaatrechten. Wel wordt deze sector gemonitord. Als de concentratie toch toeneemt zullen ook melkveehouders moeten gaan salderen.
3. Ammoniak uitstoot terugdringen voor 2022
Veehouders met verouderde stallen moeten er versneld voor zorgen dat deze worden gemoderniseerd. Bedrijven die nu al voldoen moeten uiterlijk op 1 januari 2022 voldoen aan de verordening natuurbescherming. (Dit was eerst 2028!). Stallen die nu nog niet voldoen moeten per 1 januari 2020 al zijn aangepast.
4. BZV
Dit is de Brabantse zorgvuldigheidsscore. De minimale score die nodig is voor uitbreiding wordt verhoogd naar 7,25 punten. Dit was 7,0 punten.
5. Omvang bouwperceel
Groter bouw perceel wordt mogelijk gemaakt tot maximaal 2,5 hectare wanneer een overlastsituatie wordt opgeheven.
Gevolgen van het beleid?
De gevolgen voor de veehouderij in Brabant zijn groot. Connecting Agri en Food heeft uitgezocht wat de gevolgen zijn voor de veehouderij.
1. Effecten op omvang en structuur veehouderij
Het voorgenomen pakket aan maatregelen versnelt de afname van het aantal bedrijven. In 2020 zijn er circa 540 minder bedrijven dan in normale ontwikkeling. In de varkenshouderij is dit 10% en in de melkveehouderij is dit 7% extra. In 2028 zijn er circa 240 bedrijven minder . Dit is 6% minder in de varkenshouderij. Voor de melkveehouderij is dit 1 % extra ten opzichte van de normale ontwikkeling.
2. Inkomens en bedrijfsmarges dalen
Naar verwachting komt er extra druk op inkomens en bedrijfsmarges voor bedrijven die na 2020 doorgaan. Dit effect wordt veroorzaakt door de aanscherping van de Verordening Natuurbescherming en in iets mindere mate door staldering. Het aantal bedrijven dat onder de minimuminkomensgrens komt neemt met 11% toe in de varkenshouderij, 6% in de melkveehouderij en 11% in overige sectoren. Een aantal veehouders zal noodgedwongen eerder moeten stoppen. Deze veehouderijen kunnen met de betreffende verouderde stallen geen inkomen meer verdienen tot 2028.
3. Schaalvergroting
Verwacht wordt dat de veestapel nagenoeg gelijk blijft. Sterke bedrijven zullen dierrechten gaan opkopen van stoppende ondernemers. Door de maatregelen zal een sterkte schaalvergroting plaatsvinden. De schaalvergroting in de melkveehouderij neemt in autonome scenario toe met 60% t.o.v 70% bij het aangescherpte beleid. Voor de varkenshouderij is dit respectievelijk 64% tegen een toename van 84% bij het aangescherpte beleid. Het aantal locaties met veehouderij neemt minder sterk af dan het aantal bedrijven. Het aantal locaties per bedrijf neemt dus toe. Dit heet zijwaarts uitbreiden.
4. Minder dieren in nabijheid van kwetsbare functies
In 2016 lag 20% van de varkenslocaties in een van de gebieden met kwetsbare functies. In de autonome situatie neemt dit af tot 17% in 2020 en tot 15% in 2028. Door het maatregelenpakket neemt dit extra af tot 15% in 2020 en tot 13% in 2028.
5. Weidegang
Meer veehouders zullen naar verwachting kiezen voor weidegang, omdat de voorgenomen emissies bij weidegang minder streng zijn.
6. Ammoniak Emissie neemt af
De verwachte amoniakemmissie neemt na aanscherping in 2028 met 27% af ten opzichte van de emmissie bij de huidige verordening.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/varkens-voer/artikel/10875093/wat-zijn-de-gevolgen-van-de-brabantse-plannen][/url]