De Heus wil binnenkort beginnen met de bouw van een centrum voor praktijkonderzoek naar varkensvoeding. Het onderzoekscentrum komt in het Gelderse Beuningen. Johan Zonderland, teamleider Conceptontwikkeling & Onderzoek Varkens, over dit project.
Hoe staat het met de ontwikkelingen en wanneer kan er gestart worden?
"Voor de bouw van het onderzoekscentrum hebben we een bedrijf gekocht in Beuningen. De locatie moet plaats bieden aan 250 zeugen met bijbehorende biggen, opfokzeugen en 900 vleesvarkens. We moeten de plannen nu verder uitwerken. We zijn daarvoor gestart met het aanvragen van de verschillende vergunningen. Het kan namelijk best wel even duren voordat alles rond is. Daarom weten we ook nog niet wanneer er gestart kan worden."
Om wat voor onderzoek gaat het precies?
"We willen onder andere onderzoek doen naar het produceren van kwalitatief hoogwaardige diervoeders. Zo kijken we naar de effecten van voer op meerdere zaken, zoals groeiontwikkeling, spekdikte, individuele gewichten, voeropname en wateropname. We testen dit bij zeugen, biggen en vleesvarkens. Daarbij vormen gezonde varkens en een betere efficiency van grondstoffen belangrijke uitgangspunten."
Wat maakt deze opzet bijzonder?
"Voor ons is het vooral belangrijk dat alle onderzoeken straks onder 1 dak gebeuren. Dat werkt een stuk efficiënter. Met deze opzet kunnen we onder andere de effecten van het voer op de langere termijn bepalen. We hebben dan ook een overzicht van de geboorte tot aan de slachthaak. Nu zien we alleen nog maar de effecten die heeft op de groepen waar het voer gevoerd wordt. Omdat de biggen nu bij ons opgroeien, kunnen we dit nu ook voor de langere termijn bijhouden. Als we biggen voeren, dan willen we ook kunnen zien welke effecten dat heeft op de groei en de gezondheid van het vleesvarken."
"Daarnaast kunnen we, door middel van individuele voerstations voor zeugen, meer onderzoeken naast elkaar uitvoeren. Ook kunnen we individuele gegevens, zoals voeropname, gewichtsontwikkeling en spekdikte, beter vastleggen. Tenslotte willen we ook nog een kijkgang aanleggen. Bezoekers kunnen de varkens dan goed zien, zodat dat ze op de afdeling komen."
U wil alle biggen volgen tot aan de slachthaak, maar met dit aantal plaatsen kunnen niet alle biggen worden gehouden als vleesvarken. Waarom is er dan alsnog gekozen voor deze aantallen?
"We hebben voor deze aantallen gekozen, omdat het voldoende is voor een goed onderzoek. Bij 250 zeugen horen circa 1.350 biggenplaatsen. Dat is nodig is om genoeg groepen te maken. Met 900 vleesvarkensplaatsen kunnen we inderdaad niet alle biggen blijven volgen, maar qua onderzoek kunnen we hier wel goed mee uit de voeten. De groepen, waar onderzoek later niet van belang is, moeten we afvoeren naar andere bedrijven. Als we alle biggen willen aanhouden, dan moeten we meer varkensplaatsen bouwen en dat betekent een veel grotere investering. Dat is nu nog niet mogelijk."
Wat verwacht u in de toekomst van dit onderzoekscentrum?
"We verwachten dat het centrum in eerste instantie van meerwaarde gaat zijn voor onze klanten. Dit proberen we door kwalitatief hoogwaardige voeding aan te bieden. Daarnaast denken we dat we de komende jaren een goed onderzoek kunnen doen op deze locatie. Daarbij moeten we blijven inspringen op nieuwe ontwikkelingen. Ook op internationaal gebied zien we kansen. De vragen die uit het buitenland komen, zullen we dan ook meenemen in het onderzoek."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
