De Nederlandse varkenshouderij heeft het hoge inkomen van 2016 ook dit jaar vast weten te houden. Binnen de sector zijn echter grote verschillen zichtbaar, zo blijkt uit cijfers van Wageningen University and Research (WUR).
Zo is het gemiddelde inkomen op een zeugenbedrijf met 20% gestegen tot €190.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Ondanks dat de varkensprijs in 2017 met 10% is gestegen, daalt het inkomen van vleesvarkenshouders met €45.000 tot €79.000 per aje. Dit komt vooral door de stijgende big- en voerkosten. Gedurende dit jaar bereikten diverse biggennoteringen hoge standen.
Gesloten varkensbedrijven haalden een gemiddeld inkomen van €158.000. Wat opvalt is dat het gemiddelde inkomen van, zowel vermeerderaars als varkenshouders, boven het gemiddelde inkomen van de landbouw- en tuinbouw (€71.000) uitkomt. In het verleden kwam dit niet vaak voor.
Beperkte groeikansen
De WUR verwacht op korte termijn (2018) lagere varkensprijzen, gezien 2017 waarschijnlijk de piek van de varkenscyclus was. Toenemende concurrentie op de wereldmarkt wordt verwacht van de varkenssector in de Verenigde Staten (VS). Ook de sterker wordende euro gaat waarschijnlijk de concurrentiepositie verzwakken.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.