Minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) laat weten dat er geen waterdicht bewijs is dat luchtkwaliteit rond de veehouderijbedrijven een gezondheidsrisico vormt voor de omwonden. De minister sluit zich hierbij aan bij het advies van de Gezondheidsraad.
In een Kamerbrief zegt minister Schouten zich aan te sluiten bij het advies van de Gezondheidsraad wat betreft de luchtkwaliteit rond veehouderijbedrijven. Daarin staat dat er aanwijzingen zijn dat de uitstoot van ammoniak en fijnstofemissie mogelijk een gezondheidsrisico is voor omwonenden. De raad benadrukt echter dat vervolgonderzoek nodig is, omdat het bewijs ontbreekt.
Primair en secundair fijnstof
Wel wijst ander onderzoek uit dat blootstelling aan fijnstof schadelijk is, ongeacht de bron. De Gezondheidsraad verwacht effecten op de luchtwegen van omwonenden, wanneer er bij veehouderijen hoge fijnstofconcentraties aanwezig zijn. Op dit punt wordt het technisch. Fijnstof wordt namelijk onderscheiden in 'primair fijnstof' en 'secundair fijnstof'. Primair fijnstof slaat dicht bij de bron neer en is vooral afkomstig van pluimveebedrijven.
De uitstoot van ammoniak draagt bij aan de vorming van secundair fijnstof. Omdat secundair fijnstof zich pas na enige tijd vormt, verspreidt dit zich over grotere afstanden. Daarom is het niet te verwachten dat de omwonenden per se grotere gezondheidsrisico’s lopen. Om risico’s te beperken, beveelt de Gezondheidsraad wel een verdere fijnstofreductie; hierbij worden geen concrete reductieniveaus gegeven.
Luchtkwaliteit is verbeterd
Volgens Schouten zet het kabinet zich zeker in om de luchtkwaliteit te verbeteren. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft hiervoor het initiatief genomen (opstellen van het 'Schone lucht akkoord'). Door ingezette maatregelen om stalemissies aan te pakken, gaat Schouten ervanuit dat de luchtkwaliteit de komende jaren beter wordt.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.