Inside: Aardappelmarkt

Verlate aardappeloogst verhoogt risico voor teler

27 September 2016 - Niels van der Boom - 2 reacties

Steeds meer weerdiensten en weerkenners zijn het met elkaar eens: Ook begin oktober blijft droog weer de overhand houden. Dat mag je gerust slecht nieuws noemen voor aardappeltelers die wachten op regen om de rooiomstandigheden te verzachten. Naarmate het oogsttijdstip verder opschuift neemt ook het risico toe. Wat is wijsheid; wachten of actie ondernemen?

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Aardappeltelers die rassen telen voor de (lange) bewaring zijn in twee kampen op te delen. Zij die beregenen om te kunnen rooien en zij die niet kunnen of willen beregenen. Vooral in Nederland, België en Frankrijk speelt het issue van te droge rooiomstandigheden. Verschillende gebieden hebben wel wat regen gekregen maar dit is lang niet altijd genoeg. Opmerkelijk is dat – bijvoorbeeld in Flevoland – de ondergrond voldoende vochtig is of zelfs nat. De bovenkant van de ruggen is zeer droog en juist deze scherpe kluiten zorgen voor beschadiging aan de knollen. In delen van Noord-Frankrijk en België viel begin vorige week nog 25 tot 45 millimeter regen. Ook Zeeuws Vlaanderen profiteerde daar van. Deze strook is echter zeer smal en de meerderheid blijft met problemen kampen. Bij onze zuiderburen is het nagenoeg niet mogelijk om te beregenen.

De aardappelen vallen dit jaar 2 weken eerder stil

De oogst van andere gewassen loopt momenteel voorspoedig door het droge weer. De hoge temperaturen hebben gewassen versneld doen afrijpen. Dat is ook bij aardappelen merkbaar. Dit seizoen vallen de meeste aardappelen in week 37 en week 38 stil, terwijl de groei vorig seizoen tot week 39 doorliep. Dit feit, in combinatie met minder nagroei als gevolg van het warme en droge weer, zorgt mede voor weinig nagroei.

Onderzoeksinstituut PCA publiceerde 19 september haar laatste proefrooiingen voor Bintje en Fontane. Bintje komt op 40 ton/ha bruto uit. Met 42 ton/ha ligt de opbrengst in Vlaanderen iets hoger dan de 38 ton/ha in Wallonië. Wordt voor Vlaanderen 2,4 ton/ha afgetrokken voor afval (misvormde, rotte, groene knollen en groeischeuren) dan is het resultaat 40 ton per hectare. De spreiding tussen percelen is groot, afhankelijk van wanneer ze gepoot zijn. Dit varieert van 44 ton/ha voor de vroege percelen tot 38 ton/ha voor de laat gepote percelen.

In de vergelijking van PCA is merkbaar dat percelen voorlopen in hun groei. Op het moment van bemonstering zaten de Bintje gewassen op 137 groeidagen, tegenover 145-150 groeidagen bij het tienjarig gemiddelde. Op 2 september waren de eerste percelen al doodgespoten. Bij het ras Fontane waren veel minder percelen doodgespoten op het moment van monsteren. Toen viel de groei stil. Normaal wordt tussen 20 augustus en 20 september een nagroei van 300 kilo per dag verwacht. Dat is dit jaar niet waargemaakt.

De opbrengst van Fontane voor heel België komt volgens PCA uit op 45 ton/ha. Dat is opgedeeld in 47 ton/ha voor Vlaanderen en 43 ton/ha voor Wallonië. De verschillen tussen vroege en late percelen is fors kleiner dan bij Bintje. Het achtjarig gemiddelde van Fontane is 53 ton/ha. Grote spelbreker bij Fontane is de tarra. In Vlaanderen wordt met 4 ton/ha uitval rekening gehouden, waardoor de netto kilo’s verder zakken. Vooral diepe groeischeuren zijn een probleem.

Met een onderwatergewicht van 410 voor Bintje en 452 voor Fontane betekent dit zeer hoge gehaltes ten opzichte van het gemiddelde. De blauwgevoeligheid neemt hierdoor enorm toe. Doorwas is geen issue, net als rotte en holle knollen. Die worden sporadisch gevonden. Doordat het loofpakket sterk afneemt neemt het aandeel groene knollen wel toe. Tot 9 procent bij Fontane. Dit ras heeft ook het meeste met groeischeuren te maken. Op een meerderheid van de bemonsterde percelen ligt het percentage tussen 23 en 56 procent, met vijf percelen op 10 à 17 procent. Slechts 4 percelen hadden helemaal geen groeischeuren.

Volgens insiders heerst in Vlaanderen nog geen paniek voor wat betreft de rooiplanning. Wel is merkbaar dat meer aardappelen vanuit Duitsland en Polen worden aangevoerd om de fabrieken draaiende te houden. De oogsttrein ligt niet helemaal stil. Op de lichte gronden kan nog wel geoogst worden. De industrie probeert ondertussen de markt niet verder op te jutten. Bovendien liggen de prijzen in België niet op het niveau waar de teler naar streeft.

Er is mondjesmaat aanvoer vanuit Polen en Duitsland

In Nederland is de situatie grotendeels gelijk. In Flevoland en op andere plaatsen – Zuid-Hollandse Eilanden en West-Brabant – wordt beregend om aardappelen voor de bewaring te rooien. Dat verloopt voorspoedig. Wie niet kan of wil beregenen hoeft niet over rooien na te denken. Daarnaast wordt nog volop van de zandgronden afland gerooid. Fabrieken kennen een mondjesmate aanvoer vanuit Duitsland en vooral vanuit Polen. Het transport hiervan is echter een logistieke nachtmerrie, zeker gezien de kleine volumes die vrachtwagens kunnen vervoeren. Naar verwachting zet dit dus weinig zoden aan de dijk. Daarbij komt dat Poolse akkerbouwers nu product aanbieden wat zij zelf niet kunnen bewaren. De opbrengsten zijn redelijk goed te noemen.

De situatie is nog niet verontrustend, al kan dit veranderen wanneer de datum van 1 oktober wordt gepasseerd. Bewaaraardappelen als de Fontane en Agria worden vooral in die maand gerooid. De eindstreep ligt daarom nog ongewijzigd op 1 november. Een groot voordeel is dat enorm in rooicapaciteit is geïnvesteerd in de laatste zes jaar. De komende vier weken zijn bepalend zijn voor het verdere verloop van dit seizoen.

Ziektedruk - Phytophthora
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden