Met de presentatie van de vaste prijscontracten voor het nieuwe seizoen door zes aardappelverwerkers in Nederland en België maken wij de balans op. De volgende conclusies zijn te trekken:
Over de redenen voor de verhoging zijn de fritesmakers eensgezind. Ze noemen allemaal de grotere verwerkingscapaciteit, de huidige relatief hoge aardappelprijs, de verwachte schaarste aan grondstof met name in voorjaar 2017 en de gestegen kostprijs van telers. Hoewel de afgegeven prijzen per ras en per leveringsweek niet een op een vergelijkbaar zijn, is de gemene deler dat de vroege aardappelen op een hogere prijs kunnen rekenen dan de hoofdoogst. En ook de langbewaarders worden meer geplust dan de overige teelten.
Niet voor het eerst ligt het aanbod van de Belgische industrie hoger dan de Nederlandse verwerkers bieden. Ook andere jaren heeft Boerenbusiness dat geconstateerd, maar waarom dat zo is, is giswerk. Mogelijk dat er voor Nederlandse telers via de voorwaarden en contractvormen, die binnen Nederlandse fritesfabrieken nogal wat uitgebreider zijn, nog extraatjes zijn te halen. Nederlandse industrieën leveren wel een grotere variatie aan mogelijkheden binnen de verschillende contractvormen. Zo hebben alle industrieën een klik-contract vorm en zijn er nieuwe contractvormen ontwikkeld zoals het nieuwe F4 contract van Farmfrites, is er het PPS systeem bij McCain en ook de pool van Aviko blijft een goed alternatief voor telers.
Is de verhoging werkelijk de moeite waard? De vaste prijzen werden voor oogst 2014 nog verlaagd, nadat deze het jaar ervoor waren gestegen. Ook in 2015 zat er geen verhoging in. Dit jaar dan wel een verhoging van de contractprijs, maar het pootgoed is duurder. Daardoor zal het bruto saldo uiteindelijk niet heel veel hoger uitkomen dan voorgaande jaren. De kilo’s zullen het moeten doen, samen met kostprijsbeheersing in de teelt.
Opvallend is dat een deel van de Nederlandse industrie aan de voorwaarden heeft gesleuteld om deze gunstiger voor de telers te laten uitkomen. Zo zijn er toeslagen te verdienen op tonnages, komen partijen door een verlichting van de kwaliteitstoeslagen eerder in aanmerking om te profiteren van een betere kwaliteit, vervallen er soms bepaalde kosten en is er geen aftrek van aardappeltarra bij één verwerker. Een poging om telers te interesseren voor een vaste prijscontract. Ook wordt het meerjarig contract uit de kast gehaald waardoor er een plus kan zitten bij een langere commitment.
Elke aardappel is er één, lijkt dit seizoen en ook voor volgend seizoen het credo van de fritesfabrieken. Er mag geen aardappel worden verspild. Om te beschikken over specifieke rassen op specifieke momenten, zijn loyale telers dus hard nodig. En bij voorkeur middels vastprijscontracten. In de fabrieken zijn de processen zo geoptimaliseerd en uitgebreid dat er meer mogelijk is met mindere kwaliteit. Door voortschrijdende techniek kan er veel meer dan in het verleden. Was eerder alleen 50 mm opwaarts welkom, later werd dat 45 opwaarts en inmiddels is dat al 40 mm. Door mixen en blenden zijn alle partijen bruikbaar en zijn groeischeuren en andere kwaliteitsissues geen belemmering meer om frites te produceren. Dit zien we echter niet terug in de contractvoorwaarden.