Door de Braziliaanse antidumpingmaatregelen hebben Europese fritesverwerkers een flinke scheur in de broek opgelopen. In Colombia loopt een soortgelijk onderzoek. Het beschermen van de lokale industrie (tegen een Europese frites-invasie) werkt aanstekelijk in Zuid-Amerika, zo bemerkt Belgapom.
De Europese fritesindustrie dreigt het slachtoffer te worden van protectionistische reflexen die de internationale handel bedreigen, zo schrijft de Belgische aardappelhandel- en verwerkingsorganisatie Belgapom in een persbericht. Helaas zetten deze dossiers ook andere Zuid-Amerikaanse landen aan het denken. Echter, gegronde redenen voor de antidumpingmaatregelen zijn er niet.
Hard spel
Het spel wordt hard gespeeld. Belgapom noemt het Colombiaanse antidumpingdossier een gatenkaas, wat de Europese Commissie bevestigt. Dit betekent echter niet dat de overheid geen nieuwe invoerheffingen in het leven roept. Binnenkort wordt een uitspraak verwacht. Een juridische klacht van de Europese fritesverwerkers, tegen de Braziliaanse overheid, is nog steeds in behandeling.
Federatie EUPPA, de European Potato Processors Association, dringt er bij de Europese Commissie op aan om meer druk te zetten op dergelijke praktijken. Zelfs tijdens het onderzoek wordt het dossier vervalst, zo zegt het. Ook Nederland dringt er bij de EC op aan om de Colombiaanse autoriteiten aan te spreken op hun acties.
Aziatische groeimarkt
De Belgische fritesproducenten richten hun pijlen momenteel op Zuidoost-Azië. Vietnam, Indonesië, de Filippijnen, Maleisië en Thailand zijn tezamen goed voor 557 miljoen consumenten en vormen bovendien een gigantische groeimarkt voor frites. Hiervoor krijgt de Belgische aardappelsector onder andere steun van de Europese Commissie. In 2018 en 2019 gaat het een groot aantal promotieacties uitvoeren in Azië, om frites en de beschermde 'frietkotcultuur' aan de man te brengen.
Effect op exportniveau
Marktprotectionisme kan een exportsector breken. In 2014 riep Zuid-Afrika een antidumpingtaks in het leven, waardoor de Europese export daalde van 35.000 ton per jaar naar minder dan 12.000 ton in 2016. Inmiddels krabbelt de export weer iets op, met een volume van ruim 14.000 ton over het afgelopen jaar.
In Brazilië is een ander beeld zichtbaar. Daar groeide het niveau geïmporteerde frites zeer snel, tot 346.000 ton in 2016. Ondanks de antidumpingtaks, die vanaf februari 2017 zijn intrede deed, kwam de import over 2017 uit op bijna 350.000 ton. Producenten gebruiken daarvoor de Europese achterdeurtjes (zoals Polen).
Vooral Nederland heeft te lijden gehad onder de restricties. Het geëxporteerde volume daalde vorig jaar met 1/6. De Colombiaanse fritesmarkt is veel kleiner, ten opzichte van buurland Brazilië. De EU-5 exporteerde in 1 jaar tijd bijna 35.000 ton naar het land. Daarmee is de fritesconsumptie licht groeiend. Het staat op nummer 10 in de ranglijst. Vooral België is een grote leverancier, op de voet gevolgd door Nederland.