Traditiegetrouw kiest de aardappelmarkt – met vooroplopend de aardappeltermijnmarkt – een richting in week 27 die leidend is voor dit seizoen. Een koers boven €15 boezemt vertrouwen in, maar is die prijs reëel? Wat staat de aardappelmarkt dit seizoen te wachten?
Een keiharde stelregel is het niet. Het recente verleden heeft aangetoond dat de markt enigszins flexibel met de peildatum van week 27 omgaat. Vooral wanneer sprake is van veel onzekerheid – door de groeiomstandigheden of de coronapandemie – aarzelt de markt. Dat een richting wordt gekozen tussen week 27 en 29 staat echter vast. Welke factoren spelen mee?
Daling van areaal
Het weer en de areaalcijfers zijn de belangrijkste graadmeters die rond week 27 worden gebruikt om de markt te temperaturen. Voor het eerst sinds 2015 hebben we in de EU-4 te maken met een daling van het areaal. Ten opzichte van vorig seizoen bedraagt de geschatte daling 5,3%. Dat is ongeveer gelijk aan de verwachting van dit voorjaar. Van Duitsland zijn geen officiële cijfers bekend. Hier is gerekend met een afname van 3%. Het VK wordt niet langer meegenomen in de berekening. Het areaal in het VK daalt dit jaar naar schatting met 5%, tot net boven de 100.000 hectare consumptieaardappelen. Dat is een absoluut dieptepunt.
Het totaal areaal (consumptie, pootgoed, zetmeel) komt in de EU-4 op 514.710 hectare. Dat is bijna 22.500 hectare meer dan in 2017. Toen bedroeg het areaal 492.300 hectare. Dat oogstjaar kunnen we scharen onder de 'slechte' jaren met een prijsafloop beneden €10. In het huidig koersverloop van de termijnmarkt zijn zeker parallellen te trekken tussen 2017 en 2021. Ook toen noteerde de beurs in Leipzig nog relatief hoog, maar een kentering trad in week 28 op. De gewasontwikkeling loopt dit seizoen 2 tot 3 weken achter op het gemiddelde. Gerede kans dat daarmee ook het beslismoment wordt uitgesteld.
Top opbrengst
Het pootseizoen startte in 2017 veel vroeger dan we dit jaar hebben gezien. Eind april zat driekwart van de Europese aardappelen al in de grond. Het bleef aanvankelijk droog. Toen het ging regenen, leverde dat een topoogst op. Met een gemiddelde hectare opbrengst van 50,25 ton voor consumptieaardappelen werd zelfs een record opgetekend. Dat niveau werd in de 3 jaren daarna bij lange na niet gehaald. Vooral de dramatisch lage opbrengst van 2018 trekt het 5-jarig gemiddelde naar beneden.
Bij het 5-jarig gemiddelde komt de totale aardappeloogst in de EU-4 uit op bijna 29,5 miljoen ton aardappelen. Reken we met 'scenario 2017' dan is dit volume bijna 32 miljoen ton. Naar schatting is dat te hoog gegrepen. Een volume tussen de 28 en 30 miljoen ton is realiteit, mits er geen bijzonderheden optreden dit seizoen. Denk aan een lange droge en hete periode of een verregende oogst.
Markt in balans
Tot zover de kant van het groeiseizoen. Dan de afzet. Ten opzichte van 2017 is de capaciteit van de verwerkende industrie fors toegenomen. Marktinsiders denken dat een oogstvolume tussen de 28 en 30 miljoen ton in balans is met wat de verwerkers in Europa nodig hebben. Zelfs iets boven de 30 miljoen ton wordt nog als acceptabel gezien. Valt de totale oogst kleiner dan 28 miljoen ton uit, dan is sprake van een goede markt. Ruim boven de 30 miljoen ton is daarentegen teveel.
Deze uitspraken zijn gebaseerd op een analyse van de cijfers. In 2015 en 2016 oogstte de EU-4 krap 28 miljoen ton aardappelen. Het prijsniveau toen is vergelijkbaar met oogstjaar 2019, voor komst van de coronapandemie. Dat betekent prijzen rond de €18 per 100 kilo. Een bandbreedte van €14 tot €20 per 100 kilo wordt voor dit oogstseizoen 2021 ingeschat bij een totaalvolume rond 30 miljoen ton. Door de komst van nieuwe fritesfabrieken en uitbreiding van bestaande locaties, is de verwerking met 3 miljoen ton gegroeid in de EU-4. Dat is 10%. Wat de exacte maximumcapaciteit is weet eigenlijk niemand. De voorbije 3 jaren speelde namelijk altijd een factor de industrie parten. Zij het droogte of corona.
Minder dekking
Waar de verwerkers afgelopen seizoen (2020-21) gebruik konden maken van een zeer hoog dekkingspercentage voor hun grondstof, ligt dat komend seizoen anders. Stabiele of iets lagere contractprijzen hebben ervoor gezorgd dat minder aardappelen onder contract staan. Daarom ook dat fabrieken nu al dekking zoeken door fysiek tonnen vast te leggen.
Aan de telerszijde is daar ook behoefte aan, zo toont de praktijk. Wie een €14-scenario realistischer acht dan de €20 dekt zich in door fysiek aardappelen vast te leggen. Ervaringen van de afgelopen 2 jaar – met een marktprijs onder kostprijs – spelen daarbij sterk mee. Aardappeltelers zitten niet te wachten op het derde jaar op rij met marginale prijzen. Gezien de jaarlijkse kostprijsstijging van 3% is dat onhoudbaar.
De afzet van frites is goed te noemen. Nu evenementen kunnen worden georganiseerd, de horeca is heropend en het normale leven wereldwijd wordt opgepakt, neemt de consumptie toe. Gedurende de coronacrisis is die nooit écht slecht geweest na de initiële schrikperiode. Daarbij blijft de vrees bestaan dat een grote nieuwe uitbraak roet in het eten kan gooien. Dat is een onvoorspelbaar scenario.
Het is zichtbaar dat de prijzen van eindproduct onder druk staan. De verkoopprijs van een ton Nederlandse frites daalde 4% dit jaar en die van België 11%. De transportkosten liggen op een zeer hoog niveau, maar dat levert vooralsnog geen problemen op. De meerkosten worden doorberekend aan de verkopende partij, omdat louter met FOB (Free On Board) prijzen wordt gerekend.
Conclusie
Bij voortzetting van de huidige groeiomstandigheden en een normale oogst krijgt de verwerkende industrie in de EU-4 een groot totaalvolume te verwerken. Daar is op voorgesorteerd door in capaciteit uit te breiden. Ook de vraag is meegegroeid. Een vraag- en aanbod die in balans is levert een seizoen zonder excessen. Voor de teler betekent dit een geschatte prijsrange tussen de €14 en €18 tot €20 per 100 kilo.
Op z'n best is dat kostprijs met een plusje. Reden voor echt negativisme is met de huidige stand van zaken onnodig. Een prijsniveau van €16 op de termijnmarkt in week 27 is daarmee een goede voorspellende factor voor het verloop van seizoen 2021/22.