Teler trekt zich weinig aan van afloop uienseizoen

Er heeft op beperkte schaal handel plaats gevonden in tweedejaars plantuien. Het volume was te weinig om op basis daarvan tot een notering te komen. Daarnaast liggen er door een woud aan soorten teelt- en koopcontracten al veel plantuien vast, waardoor het percentage vrij product minder groot is dan bij bijvoorbeeld zaaiuien.

Problemen Zuidwesten het grootst
Aan de droogteperikelen lijkt, met de regen die deze week is gevallen, op veel plaatsen voorlopig een einde te zijn gekomen. Dit betekent dat er ook nog gebieden zijn waar regen zeer welkom is. In gebieden waar regen van betekenis is gevallen, staan de gewassen er goed op. In het zuidwestelijk teeltgebied, waar traditioneel veel plantuien staan, zijn de problemen als gevolg van een neerslagtekort het grootst.

Ruime marge in opbrengsten
De handel in plantuien beweegt tussen €14 en €18, afhankelijk van grofte en rooidatum. Door de wisselende stand van de plantuienpercelen (wel of niet kunnen beregenen, wel of geen regen gekregen) kent de opbrengstindicatie een ruime marge van 25 tot 50 ton. Door de voorraad oude oogst en de hoop op een toename van de opbrengst staan telers nog niet te trappelen om tot zaken te komen.

Personeel werkend houden
De verwerkers van uien draaien deze week op een laag tempo. Met veel kunst en vliegwerk wordt geprobeerd de werkweek vol te krijgen, zodat het vaste personeel aan het werk kan blijven. Waar vorig jaar soms extra werk te voorschijn kwam, doordat collega verwerkers eerder stopten, lijkt daar nu weinig van te merken.

Tweede helft seizoen matig
Het seizoen 2016-2017 is, naast een goede eerste helft, in de tweede helft van het seizoen maar matig geweest. Dit op een paar Brazilië-weken na. De lage prijzen, in combinatie met een gemiddeld goede kwaliteit, heeft niet mogen leiden tot meer afzet. Dat wordt deels veroorzaakt doordat er in Europa meer eigen oogst voorhanden was en is, waardoor extra vraag naar uien uitbleef.

Polen lastige markt
Het wegwerken van de laatste uien zal niet eenvoudig zijn. Slijtage komt in de meeste partijen voor, waardoor het voor de Nederlandse verwerkers niet meer geschikt is. Afhankelijk van de ernst van de gebreken kan er soms nog afzet richting Polen plaats vinden, al valt die afzet op dit moment ook niet mee. Mogelijk door voldoende eigen oogst voorraden. Wanneer de gebreken te groot zijn, dan zal er afzet moeten worden gezocht richting vergisting, veevoer of in het uiterste geval op een hoop achter de schuur.

Uienarealen
Vrijdag 30 juni heeft het CBS de eerste cijfers vrijgegeven over de arealen van akkerbouwgewassen. Op basis van de gecombineerde opgave worden door het CBS eind juni de eerste inschattingen gegeven van de geteelde gewassen en hun arealen.

Voor poot-, plant, zaai- en zilveruien ziet het plaatje er als volgt uit:

Sinds 2000 is er alleen maar sprake van een stijgende lijn in de totale uienarealen: Van 19.980 naar 34.930 hectare. Bij zilveruien is er over de genoemde periode sprake geweest van een krimp van 280 hectare (-40%), bij poot- en plantuien was sprake van een stijging van 2.530 hectare (+48%) en bij zaaiuien vertoonde de ontwikkeling ook een plus, maar dan van 12.700 hectare (+91%).

Meer areaalcijfers, prijsontwikkelingen of andere historische data? Bezoek de dan de databank.