Kwaliteit zit biologische uien niet in de weg

Over seizoen 2016 wil de biologische sector het liever niet hebben. Een seizoen met lage opbrengsten en een kwaliteit die voor hoofdbrekens zorgde. Dit jaar zijn de kaarten anders geschud. "De kwaliteit is mooi op het moment. Dit gaat in de polders samen met goede opbrengsten", zegt Guido Aaldering van Aaldering Bio-Ui. Het sorteer- en pakstation uit Biddinghuizen specialiseert zich in biologische uien. "Rassen die resistent zijn tegen meeldauw, zijn voor de biologische teelt echt een uitkomst. De volgende stap is een resistentie tegen fusarium."

Problemen met trips
Eind augustus heeft Aaldering de laatste plantuien verwerkt. "De aansluiting tussen de plantuien en vroege zaaiuien is mooi verlopen", oordeelt hij. "De gewassen zijn uiteindelijk snel afgestorven, waardoor de oogst vroeg is gestart. In Flevoland worden goede opbrengsten gehaald. In het zuidwesten ligt dat anders." 

"Trips is vooral in Zeeland een groot probleem geweest, maar ook in het noorden komen we schade tegen", zegt Delphy-adviseur Christoffel den Herder. "Ik heb het idee dat dit deels van de rotatie afhankelijk is. Vaak gaat het om gewassen die al niet lekker stonden. Omdat in Zeeland meestal niet beregend kon worden, valt de opbrengst daar tegen. De opbrengsten van plantuien zijn ook mager geweest."

Prijsvorming lastig
De kwaliteit mag tijdens de oogst dan wel goed ogen, het is niet gezegd dat dit op het moment van afleveren ook zo is. "Er is een verschil tussen wat je oogst en wat je aflevert", beaamt Den Herder. "Ziektes komen in de bewaring bij biologische gewassen eerder naar voren." 

Ook de prijs is een lastig puntje. "Veel uien worden op contract geteeld, maar er is ook een aandeel vrij", zegt Aaldering. Beurs Emmeloord heeft dit seizoen nog geen notering op de borden gezet. Ook telers durven zich niet aan een uitspraak over de prijs te wagen. Wel wordt genoemd dat de telersprijs en baalprijs niet met elkaar zouden rijmen. Dat zorgt voor wrijving, zegt een teler.

Eigen uien eerst
Net als bij de biologische aardappelen drijft ook de uienafzet grotendeels op buurland Duitsland. Echter, dit land kent ook een goede opbrengst. Net als in Nederland is het areaal toegenomen door de komst van meer biologische bedrijven. Verhalen over de kwaliteit zijn wisselend. Ze variëren van matig tot goed. Duitsland hanteert de stelregel 'eigen uien eerst'. Pas dan komt Nederland om de hoek kijken. Ook het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke afzetmarkt, net als bij de gangbare uien. Zweden wordt als groeimarkt genoemd.