Uientelers zijn aanbeland bij de slotakte van groeiseizoen 2023. De oogst van zaaiuien staat voor de deur en op veel plekken wordt een begin gemaakt. Het is op veel plekken nog een hele klus om kwaliteit in de box te krijgen. Het advies van uienspecialisten is daarom niet voor de laatste kilo's te gaan maar gebruik te maken van het mooie weer.
De heterogeniteit van de uiengewassen die dit voorjaar is ontstaan tijdens de zaaiperiode blijft ook bij de oogst actueel. Percelen die later zijn gezaaid pik je er feilloos uit. Met name op de kleigronden, en dat zijn hoofdzakelijk de traditionele teeltgebieden, zijn de uiengewassen laat gaan groeien. Dat zijn ook de percelen die nu nog soms erg groen staan en geen tekenen van strijken vertonen. Uienspecialisten roepen op om kritisch naar de kwaliteit te kijken. Lang niet iedere partij is geschikt voor de (lange) bewaring, terwijl telers dat vanuit het financiële plaatje wel graag willen.
Veel diknekken
Opvallend, maar zeker niet verbazend, is dit jaar het grote percentage diknekken of 'bouten'. Met name de laat gezaaide uien kampen soms met tientallen procenten in een partij. De zaadfirma's zijn het er unaniem over eens dat dit een probleem is én dat je deze uien zeker niet in de bewaring wilt hebben. "Deze uien blijven namelijk groeien, ook in de bewaring", weet André Boot van Hazera. "Een goede uienlader met egelmat en axiaalrollen gebruiken om zoveel mogelijk diknekken op het land kwijt te raken", voegt Kees Jakobs van Syngenta toe.
"Het hoge percentage heeft duidelijk met de zaaidatum te maken", weet Boot. "In de beregende uienpercelen kom je ze minder vaak tegen, of waar tijdig regen viel. Toen het uiteindelijk ging regenen kwam de mineralisatie op gang en ook dat is een factor in de vorming van diknekken."
Fusarium
Ook andere kwaliteitsissues komen vaker voor dan wat de teler lief is. Pinkroot is een issue, maar in de bewaring heb je daar geen last van. Bij fusarium is dat een heel ander verhaal. Boot: "Waar veel slagregens zijn gevallen of met veel millimeters is beregend komt fusarium geregeld voor. Dat is ook nu actueel. De temperatuur schiet omhoog en een ui die in de grond zit kan besmet raken. Over zes weken kom je het dan in de bewaring tegen. Alleen daarom al is het raadzaam nu te rooien."
Met name in het zuidelijk deel van Nederland zijn akkerbouwers mondjesmaat al zaaiuien aan het rooien. In de loop van deze week komt er waarschijnlijk echt de gang in. Ook wanneer het gewas niet helemaal goed strijkt, is het raadzaam er toch de rooier in te zetten, zo denken de specialisten. De uien een handje helpen met strijken kan zeker een positief effect hebben, al is die begin september wel klein. "Valt er veel regen, dan kan de schacht vol regenen met bacterieziek tot gevolg, zegt Bart Schriever van De Groot & Slot. In de bewaring moet je ook meer drogen, maar toch is het raadzaam om op tijd te oogsten."
Langere veldperiode
Boot raadt telers aan om hoger te klappen bij nog staande uien. "Het liefst boven de splitsing van het blad. Er zit nu veel vocht in de nek en het langere loof helpt in de bewaring als een vloeipapier om zo de nek droog te trekken." Begin september is het ideale moment voor de uienoogst. Krijg je een natte periode, dan is het zo oktober voor je eraan kunt beginnen. Bij de huidige temperaturen kunnen de uien bovendien in het zwad nog enkele dagen drogen. Zeker wanneer behoorlijk groen gerooid wordt kan dat een positief effect hebben. Of er risico is voor zonnebrand is, dat is afhankelijk van de UV-index. Die ligt begin september wel lager en ook zijn de dagen korter dan in juli of augustus.
Schriever: "De MH-bespuiting is op veel plekken goed gelukt. Alleen gewassen die te kampen hebben gehad met ziekte – wat het loof heeft aangetast – kunnen een verminderde opname laten zien. Is dat een twijfelpunt, dan kun je er van uitgaan dat de MH-opname niet ideaal is geweest."
Grote opbrengstspreiding
Omdat er zulke verschillen zitten in de teeltregio's en zelfs binnen regio's is het lastig om een eenduidig antwoord te geven over de opbrengsten. Gemiddeld genomen vind je de mooiste percelen in Oost-Nederland op de zandgronden, al staan er ook in het zuiden van Limburg mooie uien. De uien op zandgrond in het noordoosten en zuidoosten zijn gemiddeld op tijd gezaaid en hebben voldoende loof ontwikkeld. "Landelijk verwachten we bruto 40 tot 45 ton per hectare", zegt Schriever. "De spreiding daarbij is wel erg groot. Alle gewassen zijn dit seizoen later en dat geldt ook voor de uien. Genoeg gewassen zijn nog erg groen en niet aan het strijken. Wanneer ga je die rooien? Dat is de uitdaging."
Jakobs verwacht dat de uienopbrengst lager uitpakt dan vorig jaar. "Exact is dat lastig zeggen. Er zijn percelen van 60 of 70 ton bij, maar ook van 50 of minder met veel tarra. De uiterste zaaidatum is dit jaar opnieuw opgerekt tot 10 mei of zelfs later. Op die percelen zie je nauwelijks een bol. Laat zaaien heeft op klei gewoon slecht uitgepakt."
Ook Boot ziet die spreiding bij telers. "Je komt bij bedrijven die een saldo van min €9.000 per hectare maken, maar ook bedrijven met €40.000 in de plus. Met name in Zeeland zie je nog steeds percelen met 10 tot 15 ton opbrengst die helemaal niet meer geoogst worden. In de traditionele teeltgebieden hebben de bonen- en uienvlieg enorm huisgehouden dit jaar. Dat zie je in de nieuwe gebieden niet, omdat de druk daar veel lager is."
Ideale rooiomstandigheden
Na lokaal veel regenval eind augustus is de grond nu erg zacht. Zodra de omstandigheden het toelaten adviseert ook Luc Remijn van Delphy om met het rooien te starten. "Er zitten veel wortels onder de uien en bij droog weer kun je ze dan alweer moeilijker rooien. Bovendien neemt de kans op beschadiging toe. Ondanks dat de uien op veel plekken slecht willen strijken, is rooien de beste optie. Een handje helpen met strijken heeft in zaaiuien naar onze ervaring geen effect. Het is puur visueel." Ook Remijn adviseert telers om langer te klappen wanneer het loof nog staat. "In de schuur is het een kwestie van veel drogen en niet kijken naar de bewaarverliezen. Bij de aardappelen ligt dat anders, daar is het lijntje tussen kwaliteit en kwantiteit dunner, maar bij uien gaat de kwaliteit echt voor. Zeker wanneer je met bijvoorbeeld een fusariumaantasting te maken hebt."
Ondanks een recente prijsdaling blijven de aflandprijzen momenteel historisch hoog staan. Toch zijn veel telers niet erg happig om zaken te doen, in de hoop dat gedurende het bewaarseizoen een (veel) hogere prijs haalbaar is. Daarvoor moet er wel kwaliteit achter de planken liggen. Bovendien is diezelfde kwaliteit ook vereist om de Nederlandse exportmotor te laten draaien. Dat vraagt om de juiste keuzes nu bij het rooien.