Telers van uien zijn in de afzet van hun product vasthoudend en wachten op betere tijden. Dit valt op te maken uit de signalen van verwerkers op de Themadag Uien in Dronten woensdag. Desondanks is de export goed geweest.
Gijsbrecht Gunter, voorzitter van het comité uienhandel van Frugi Venta, ziet dat uientelers dit jaar vasthoudender zijn met hun product. Ondanks een soms matige kwaliteit wachten zij op betere tijden. Het is nog maar de vraag of deze gaat komen. Tot het nieuwe jaar is de export goed geweest en zijn gemiddeld meer tonnen geëxporteerd. Het totale volume voor dit seizoen schat Gunter op zo’n 900.000 ton. Vorig seizoen lag dit cijfer op 1 miljoen ton. Om de productie op peil te houden, moeten de verwerkers tussen de 16.500 en 17.500 ton per week exporteren. Gunter verwacht dat dit lukt, maar hiervoor zijn meer afnemers nodig dan het afgelopen handelsjaar.
Gunter ziet een verschuiving in de afzet sinds 1999. Tot zo’n vijf jaar geleden lagen de grote exportvolumes en hoge prijzen vooral in de tweede helft van het seizoen. Dankzij een verschuiving in de markt is dit nu vooral voor de kerst het geval. Vooral Rusland laat het de laatste jaren afweten. Wederom is Senegal een belangrijke markt voor Nederlandse uien. Maar liefst 25 procent van de export verdween naar dit Afrikaanse land.
Eind februari sluit Senegal haar grenzen en is het de vraag hoe dit uitpakt. Van Rusland wordt vooralsnog weinig verwacht. Ook nieuwe landen dienen zich aan, waaronder Brazilië. Kwaliteit is in Zuid-Amerika een belangrijk punt. Gunter pleit voor een goede samenwerking tussen telers en afnemers om een zo hoog mogelijke kwaliteit te leveren. Frugi Venta betreurt het dat de Nederlandse verwerkers zich alleen lijken te onderscheiden door meer tonnen te verwerken voor een lage kostprijs.
De sleutel ligt volgens Gunter bij de kwaliteit en niet bij het volume. ‘Kwaliteit wordt niet betaald, is het aloude verweer van de teler. Wanneer we naar de resultaten van bijvoorbeeld Goes kijken, ligt de prijs echter gemiddeld op 14,25 tot 16 euro. Dat heeft wel degelijk met kwaliteit te maken’, legt Gunter uit. ‘Een verschil van 2 tot 5 cent per kilo kan enorme gevolgen hebben voor het financiële resultaat. Het is dus taak om als gehele sector samen te werken om kwalitatief hoogwaardige uien te telen en te verwerken.’ Uit Gunter’s berekeningen blijkt dat Global Gap gecertificeerde partijen gemiddeld een halve cent extra opbrengen, over drie jaar bekeken. Zeker voor kritische landen als Brazilië is dit certificaat een must.
Het wegvallen van de productschappen is een gemis dat nu wordt opgevangen door de verwerkers en verpakkers. Zij zullen de uien blijven promoten in het buitenland en nieuwe markten proberen aan te boren. ‘Deze taak ligt echter niet alleen bij FrugiVenta en haar leden maar ook bij de uientelers’, zegt Gunter. ‘Onderscheid jezelf en focus op verbetering van de teelt en kwaliteit. Een goede export is broodnodig voor ons product.’
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.