Akkerbouwers kregen in 2017 het nodige voor de voeten geworpen. Dit in het licht van topopbrengsten, maar wel tegen bodemprijzen. Dat geeft de sector een zwart randje, terwijl het jaar positief begon. Jaap van Wenum, voorzitter van LTO Akkerbouw, spreekt over zijn kijk op 2017 en het aankomend jaar.
Akkerbouwer Jaap van Wenum, uit het Gelderse Kootwijkerbroek, zit nu bijna 2 jaar op de post van akkerbouwvoorzitter bij LTO Nederland. Hij nam het stokje over van Jaap Haanstra. Afgelopen jaar spande Van Wenum zich onder meer in voor gewasderogatie en invulling van de nieuwe mestregels in het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn.
Als u 1 onderwerp moet noemen dat u over 2017 het meeste is bijgebleven, hoe luidt die dan?
"Dan noem ik de overvloedige opbrengsten van dit jaar. De bietenteelt en aardappelteelt bereikten recordhoogtes. Helaas betekent dit ook zeer lage prijzen. Kijk maar naar de recent verschenen inkomstenraming van de WUR. Zo herinner ik 2017. Een goed jaar voor de boer, als plantenteler, maar een slecht jaar voor de ondernemer. Daarnaast wordt 2017 ook herinnerd als het jaar waarin het suikerquotum verdween."
Het lijkt wel of we zonder ramp geen fatsoenlijke productprijzen kunnen realiseren. Is dat een zorgelijke ontwikkeling?
"Geen ramp is ook een ramp, zo wordt vaak gezegd. Daar lijkt het wel op en helaas moeten we inderdaad op extreme weersomstandigheden hopen. Dat is heel dubbel, omdat het voor individuele ondernemers een catastrofe is. Toch denk ik dat we het niet met subsidies uit Brussel moeten oplossen, zoals in het verleden gebeurde. Het verdwijnen van de vrije handel heeft de sector doen veranderen. Uien is nog het enige echt vrije gewas en ook die teelt verandert."
Wat moet er volgens u gebeuren om het tij te keren?
"Daarvoor zijn goede ketenafspraken vereist. Die wens zie je ook terug in het regeringsbeleid. Via prijsondersteuning met Brussels geld moeten we het niet regelen. Je merkt dat boeren hier niet langer achter staan. Het overgrote deel van de aardappeltelers heeft kritiek op het ontbreken van een vrije markt, maar tekent wel contracten. Kijk eens in de spiegel en probeer te profiteren van marktwerking. Er zijn verkoopvormen die dat mogelijk maken, zoals het klikcontract. Daar is meer aandacht en bewustwording voor nodig."
Moeten fritesfabrieken niet gewoon met een fatsoenlijke contractprijs over de brug komen?
"Natuurlijk ben ik voor goede contractprijzen, maar de fritesfabrieken zijn elkaars concurrenten in onderhandelingen met de retail. Dat bemoeilijkt de discussie. Vanuit de kant van de boer is het makkelijk oordelen, maar we zijn zelf nauwelijks coöperatief georganiseerd in de fritesverwerking. Bij een aardappelcoöperatie als Avebe profiteren de leden, maar in de fritesindustrie zie je dat niet. Bedenk wel dat in negatieve jaren je als lid ook de verliezen moet dragen. Ook Cosun is een goed voorbeeld waarbij een coöperatie zeer positief uit kan pakken voor de leden en zich wereldwijd onderscheidt. Desondanks krijgt tevens de bietenteelt met dalende prijzen te maken."
De Europese akkerbouwsector is druk geweest met het behoud van glyfosaat. Is het boek nu gesloten?
"De toelating is positief, maar de discussie blijft bestaan. Het debat verschuift naar glyfosaatvrij voedsel. Dat betekent dat de import van glyfosaatresistente rassen het moeilijk krijgt en dat kan in ons voordeel uitpakken. We moeten dan ook zelf acteren. De mening van LTO Nederland is dat we kritisch naar de toepassing moeten kijken. Is een pre-harvest bespuiting bijvoorbeeld noodzakelijk? Door daar concessies te doen, kunnen we glyfosaat behouden voor kritieke situaties als de bestrijding van wortelonkruiden. Het debat over glyfosaat is enorm gepolariseerd. De politiek moet beslissingen nemen op basis van wetenschap. Daarvoor moet de sector ook kritisch zijn. Dat zijn we de samenleving verplicht. Precisielandbouw kan bijvoorbeeld helpen om de emissie en het gebruik te reduceren."
Een onderwerp dat leeft binnen de akkerbouw is het vastleggen van CO2. Valt hier in Nederland geld mee te verdienen?
"Het vastleggen van CO2 in de bodem betekent het gehalte organische stof (OS) verhogen. Iedereen in de sector is het erover eens dat dit essentieel is, ongeacht of je CO2 tracht vast te leggen. Het verdienmodel is in Nederland lastig te implementeren. In Oostenrijk is het succesvol, maar daar mag men onbeperkt compost uitrijden. Onze mestwetgeving past helaas niet in het plaatje. Wij moeten het zoeken in andere teelten, stro hakselen en groenbemesters telen. Die €300 per hectare voor Oostenrijkse boeren heb je heel hard nodig voor het saldo als je rooivruchten vervangt door maaigewassen. Misschien is het wel veel te weinig. Het nieuwe GLB zou hierop in moeten steken door deze manier van ondernemen moeten belonen. Door maaigewassen te promoten stabiliseert het areaal rooivruchten en krijgt de bodem rust."
Is de Nederlandse mestsector voor akkerbouwers een last of een lust?
"Het mestoverschot zorgt voor druk, wat zelfs leidt tot fraudedruk. Dat helpt de discussie bepaald niet om de mestwetgeving werkbaar te maken voor akkerbouwers. Je hebt Brussel constant op je nek. Akkerbouwers willen graag dierlijke mest met een hoog OS-gehalte. Daarvoor betalen ze zelfs geld. De plantaardige sector moet met de veehouderij om tafel om een stip op de horizon te zetten. Je kunt veranderingen in mestproductie niet direct doorvoeren. Daar zijn bijvoorbeeld andere stalsystemen voor vereist. Een samenwerking tussen sectoren, de kringlooplandbouw, is een belangrijk punt van de nieuwe regering. Met een eigen ministerie en landbouwminister Schouten aan het roer ben ik positief. Zij heeft een hart voor de boeren."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/aardappelen/artikel/10876986/goed-jaar-voor-de-boer-slecht-voor-de-ondernemer][/url]
@Agria74 "voor het afbranden van ploegsnee " Met moderne ploegen, eventueel na klepelen van de groenbemester, moet dat echt niet meer nodig zijn. Echt beperken moet het uitgangspunt worden i.p.v. doorgaan als vanouds. Anders keert de retail zich tegen de 'gangbare' productie. Geldt ook voor neonicotinoiden: preventief (d.w.z. misschien was het helemaal niet nodig geweest) gebruik in gewassen die binnen de werkingstermijn gaan bloeien (pootgoed) moeten we niet meer doen.