IJsliefhebbers kijken reikhalzend uit naar het weerbericht voor de middellange termijn. De weerkaarten wijzen op een aanhoudend noordelijke stroming die Nederland koud winterweer brengt. Gaat Nederland in de diepvries of valt weer 2022-2023 nu al in het water?
De huidige lange termijn verwachting (30-daagse) toont behoorlijk winterse omstandigheden in Scandinavië, dit dankzij een noordelijke stroming met zeer koude lucht. Uitlopers daarvan kunnen er ook voor zorgen dat Nederland in de diepvries wordt gezet. Bepalend daarbij is de windrichting. Waait de wind uit het noordwesten, dan kunnen winterse buien ontstaan door een combinatie van warm zeewater en koude bovenlucht. Waait de wind meer uit het oosten, dan blijft het droog en daalt het kwik snel enkele graden verder onder nul.
Wisselvallig weer
De positie van de hoge- en lagedrukgebieden is bepalend voor de windrichting. De nieuwste windkaarten laten een dominanter lagedrukgebied zien, wat wijst op een westenwind en daarmee wisselvallig en zacht weer. Tot en met half december is dit weerpatroon zichtbaar. Van streng winterweer is dus vooralsnog geen sprake. Er vallen geen grote hoeveelheden neerslag, maar enige (winterse) neerslag is waarschijnlijk wat we voorgeschoteld krijgen.
Voor de tweede helft van december hebben de weermodellen een hogere luchtdruk berekend die tot en met begin januari aan kan houden. Wordt dit bewaarheid, dan is dit een opmaat naar een droger en kouder weertype.
Kou in Centraal-Europa
In Nederland ligt het kwik de komende dagen net onder het meerjarig gemiddelde met af en toe kans op winterse neerslag. Centraal-Europa heeft wel te maken met echt winterweer en dat blijft ook zo. De koude luchtstroom uit het noorden heeft landen als Polen, Tsjechië en Hongarije in zijn greep en ook in Duitsland is het winters. Een gevolg van dit weer is dat de gasmarkt momenteel verhit en in prijs zo'n 20% is opgelopen. Landen zetten zich schrap voor de winter die uit zal wijzen of hun energievoorziening voldoende op peil is.
Wat betekent de komst van koning winter voor de landbouw? Afgezien van de voordelen betekent het dat een aantal gewassen snel van het land moet. Daar is in de eerste decemberweek al hard aan gewerkt. Op 28 november moest volgens Cosun nog 26.000 hectare suikerbieten worden gerooid, vooral in het noordoosten van Nederland. Ruim een week later stond de teller op ruim 15.000 hectare. Gezien de rooiomstandigheden wordt deze week waarschijnlijk nog eens 10.000 hectare van dit getal afgetikt.
Aardappeloogst niet afgerond
Tot en met begin december werden ook nog steeds fritesaardappelen gerooid bij telers in het zuidoosten en noordoosten van het land. Het gaat om partijen die eigenlijk in september of oktober af land geleverd hadden moeten worden, maar die afnemers hebben laten zitten omdat de behoefte er niet is of om andere (probleem)partijen voorrang te geven. Sommige telers hebben ervoor gekozen niet te wachten en – wie ruimte had – heeft al eerder gerooid en het product tijdelijk opgeslagen.
Eind november stond een groot deel van de knolselderij nog in de grond. Eén tot twee dagen met scherpe nachtvorst hebben het vorstgevoelige product weinig gedeerd. Inmiddels zijn akkerbouwers volop aan het rooien om alles op tijd binnen te krijgen. Vanwege de droge zomer kwamen niet alle gewassen eerder aan hun streefgewicht. Nadat er in september regen viel is de knolselderij weer gaan groeien, waardoor ze nu nog erg groen staat. Dat heeft uiteindelijk ook opbrengst gekost. Een ander gewas waar de oogst nog van loopt is peen. Ook hier moeten nog partijen voor de bewaring of af land worden gerooid. Eind oktober durfde niet iedere teler het aan om bij de relatief hoge temperaturen te oogsten, waarna de vele regenval in november dit vaak onmogelijk maakte.
Volgt de markt?
Typische wintergroentes als wortelen en knolselderij zien vaak een opleving in de markt wanneer de winter zijn intrede doet. Centraal-Europese landen komen dan eerder op de markt. Op dit moment wordt de handel nog steeds als stroef bestempeld. Een verandering daarin wordt niet op korte termijn verwacht.