Nergens ter wereld wordt zoveel wintertarwe van 1 hectare gehaald als in Nederland: ruim 9 ton gemiddeld. Toch bewijzen opbrengsten van 13 tot 15 ton op Nederlandse proefvelden dat er, qua teeltoptimalisatie en raskeuze, nog genoeg te winnen valt. Waar moet je als teler op letten?
1. Rassenlijst
De Rassenlijst is een goede basis voor de rassenkeuze. De cijfers zijn gebaseerd op meerjarige proefveldresultaten en geven een betrouwbaar beeld van de opbrengstpotentie en ziekteresistenties van de rassen. Bekijk goed welke rassen het beste scoren qua opbrengst en resistenties (let hierbij vooral ook op gele roest en aarfusarium) in de verschillende regio’s.
2. Stevigheid
Let bij de keuze van het ras goed op de waardering voor stevigheid. Hoe steviger het ras, hoe groter de oogstzekerheid. In het Nederlandse klimaat met veel wind en regenbuien is stevigheid een belangrijke factor die invloed heeft op zowel opbrengst, kwaliteit als oogstzekerheid
3. Tijdstip van zaaien en vroegrijpheid
Hou bij de keuze van een ras rekening met de lengte van het groeiseizoen. Bij later zaaien heeft een ras dat vroeger rijp is de voorkeur . Streef er echter naar dat de wintertarwe tijdig in de grond zit, liefst rond half oktober. Dat vergroot de kans op een hoge opbrengst aanzienlijk.
4. Bemesten en bakkwaliteit
Stikstof wordt vaak gezien als een beperkende factor voor tarweopbrengst. Maar ook de bakkwaliteit wordt erdoor beïnvloed. Geef bij een baktarweteelt een (voldoende hoge) 3e N-gift.
5. Stro
Een ras dat lang stro geeft werkt saldoverhogend. Het stro wordt verkocht of verhakseld voor de organische stof aanvoer. Neem dat mee in de raskeuze.
Als grootste tarwe-veredelingsbedrijf in Europa heeft Limagrain een sterk assortiment oogstzekere rassen bak-, maal- en voertarwe met hoge opbrengstpotenties. Bekijk het assortiment aanbevolen rassen voor 2018.