De graanoogst komt dit jaar vroeg op gang, dus komt ook de inzaai van groenbemesters eraan. De gewas- en mengselkeuze bij groenbemesters verdient op perceelsniveau net zo veel aandacht als die van de hoofdgewassen. Er bestaan immers grote verschillen in beworteling, mineralenvastlegging, organische stof productie én aaltjesbestrijding of juist -vermeerdering.
Hoe maak je de optimale keuze uit het grote aanbod groenbemesters? Ga uit van een primair teeltdoel per perceel: bij (mogelijke) druk van schadelijke aaltjes is dat aaltjesonderdrukking. En spelen schadelijke nematoden geen rol, dan ga je voor maximale organische stof en structuurverbetering.
Tip: Op deze pagina staat een handig filter waarmee je jouw meest geschikte groenbemesters kunt kiezen.
Teeltdoel: schadelijke aaltjes onderdrukken
Weet per perceel wat er speelt en welk aaltje je wilt bestrijden. Er is helaas niet 1 groenbemester die alle schadelijke aaltjes bestrijdt. Pas ook op met mengsels: die kunnen populaties schadelijke aaltjes fors vermeerderen, omdat die vaak 1 of meerdere waardplanten bevatten. Onderzoeken tonen aan, dat al bij 1 waardplant in een mengsel de populatie sterk groeit.
Let op: Aaltjes gaan in een mengsel actief op zoek naar hun favoriete groenbemester!
Teeltdoel: organische stof aanvoeren en bodemstructuur verbeteren
Op percelen waar geen sprake is van schadelijke aaltjes, ga je voor de maximale organische stof, intensieve beworteling en maximale mineralenvastlegging. De ondergrondse ontwikkeling is hierbij nóg belangrijker dan de bovengrondse: wortels leveren meer effectieve organische stof en maken de bodem open, kruimelig en luchtig.
Structuurverbetering
Elke groenbemester verbetert de bodemstructuur middels beworteling, maar de mate waarin verschilt per soort. In de afbeelding is de mogelijke wortelontwikkeling mooi te zien, maar let ook op de groeiperiode: bladrammenas heeft al na 6 weken een fors wortelpakket, bij luzerne duurt dit natuurlijk veel langer.