Het was de laatste maanden al een veel besproken item, de stoppersregeling voor de melkveehouderij; één van de medicijnen om de fosfaatreductie in Nederland rigoureus aan te pakken.
Na goedkeuring uit Brussel en bekendmaking van de inschrijvingsdatum van 20 februari 2017, is het bij een relatief grote groep melkveehouders blijkbaar toch een serieus gespreksonderwerp geworden aan de keukentafel. De enorme overinschrijving heeft éénieder verrast, maar geeft wel aan hoe de situatie en de motivatie daadwerkelijk is in deze sector.
Het probleem ligt ook in de rigide houding van de overheid, ten opzichte van de fosfaatrechten. Wekelijks worden er tonnen mest naar onder andere Duitsland en Noord-Frankrijk geëxporteerd. Al deze mest valt onder de fosfaatwetgeving, terwijl deze niet in Nederland wordt gebruikt.
De exporterende boeren kunnen gewoon blijven bestaan als deze geëxporteerde mest op een andere manier meegenomen wordt in de fosfaatproductie. Andere landen zitten om deze mest te springen, Nederland krijgt ervoor betaald. In plaats van dit te corrigeren in de wetgeving, stimuleert de overheid onze boeren om te stoppen met wat zij het liefst doen: boeren!
Wie wil er stoppen?
Je bedrijf staken is niet zomaar een ding. Maar voor bedrijven die, anticiperend op de opheffing van het melkquotum, te hard geïnvesteerd hebben, kan de stoppersregeling uitkomst bieden. Ook emigranten hebben verkoop van hun bedrijf wellicht uitgesteld, om de opbrengst van de fosfaatrechten nog te kunnen verzilveren.
Het bedrijf beëindigen is altijd een zware en emotionele stap. Maar voor ondernemers op leeftijd, zonder opvolging. En ook voor collega-boeren die er gewoon geen zin meer in hebben om onder de huidige overdosis aan wet- en regelgeving melk te produceren, kan de stoppersregeling wellicht een welkome oplossing zijn.
De voorgestelde loterij is inmiddels van tafel en het budget is verhoogd van 12 naar 38 miljoen euro. Er zal nog één openstelling volgen. In verwachting wordt deze in mei opengesteld. De exacte openstellingsperiode, hoogte van het subsidiebedrag en de voorwaarden voor subsidie in deze tweede ronde zijn nog niet bekend gemaakt.
Uitwerking op sector
Het aantal stoppers heeft ook zijn uitwerking op de sector. Tezamen met de fosfaatreductie uit het voerspoor en het GVE-reductieplan zal het leiden tot minder vraag naar grond voor mestafzet. Minder dieren betekent minder mest. Maar minder dieren betekent ook minder drukte aan het voerhek.
De vraag naar (ruw)voerproducten wordt lager. En minder dieren betekent ook minder noodzaak voor extra grond, als gevolg van de grondgebondenheid in de Melkveewet. Maar daartegenover zien we ook de investeringsbehoefte vanuit de andere sectoren. Zowel de akkerbouw als intensieve bedrijven melden zich op de grondmarkt. En ook de overheid en projectontwikkelaars brengen weer reuring op de vastgoedmarkt.
Dat we in een turbulente periode terecht zouden komen, is al lange tijd bekend. Een X aantal melkveehouders zal de keuze maken om te stoppen of om het bedrijf buiten de landsgrenzen voort te zetten. Voor de grote groep blijvers is het zaak het verstand erbij te houden, te zorgen voor tijdige afvoer van vee en 2017 met zo min mogelijk kleerscheuren proberen door te komen. De melkveehouderijsector zal door de zure appel heen moeten bijten.
Hans Peters RT REV
Voorzitter sectie Agrarisch Vastgoed