De gemiddelde zaaidatum voor gele uien van Gewastour-deelnemers komt in 2025 uit op 20 maart. Daarmee zijn de uien op Gewastour-percelen veel vroeger gezaaid dan vorig jaar, toen er gemiddeld pas op 19 april 2024 werd gezaaid. Ook vergeleken met eerdere jaren is 2025 relatief vroeg: in 2022 was de gemiddelde zaaidatum 28 maart en in 2021 31 maart. Dit jaar kijken we voor het eerst ook naar rode uien. De gemiddelde zaaidatum daarvan is 24 maart.
Het merendeel van de uienpercelen van de Gewastour-deelnemers is dit jaar in de tweede helft van maart ingezaaid. Het eerste perceel ging al op 14 maart de grond in. Het laatste zaaimoment vond 19 april pas plaats, maar dat was een uitzondering. De overige percelen werden tussen 14 en 30 maart gezaaid.
Zaaiseizoen eerder op gang
De relatief vroege gemiddelde zaaidatum duidt erop dat het voorjaar in veel regio's droog van start is gegaan. In tegenstelling tot het natte voorjaar van 2024 konden telers dit jaar eerder het land op. Wat dat betreft start dit jaar veel gunstiger dan afgelopen jaar, wat kan zorgen voor een voorsprong in de gewasontwikkeling, mits het groeiseizoen zich gunstig blijft ontwikkelen. Op 14 maart zaaide Jacky Dieleman uit Philippine (Zeeland) zijn gele uien. Onder toen mooi zonnige omstandigheden werd het eerste Gewastour-perceel van dit jaar gezaaid. Ruud Vossebeld uit Beemte Broekland (Gelderland) sloot op 19 april af, met het zaaien van zijn Gewastour-perceel voor de rode uien. Lang vond Ruud het nog te koud en te vroeg om te zaaien. Daarom besloot hij pas na half april zijn uien te zaaien.
Terugblik op eerdere jaren:
Jaar: | Gemiddelde zaaidatum gele uien: |
2025 | 20 maart |
2024 | 19 april |
2023 | 28 maart |
2022 | 31 maart |
Jaar: | Gemiddelde zaaidatum rode uien: |
2025 | 24 maart |
Regionale verschillen zetten toon voor het seizoen
Toch kent dit vroege voorjaar ook duidelijke regionale verschillen die beginnen zich af te tekenen. In Noord- en Midden-Nederland, viel de afgelopen week voldoende regen. Deze neerslag heeft ervoor gezorgd dat het gewas daar goed opkomt en zich overwegend gelijkmatig ontwikkelt.
Anders is de situatie in Zuidwest-Nederland. In akkerbouwgebieden als Zeeland, West-Brabant en delen van Zuid-Holland blijft het al wekenlang relatief droog. Zeker in gebieden waar geen mogelijkheid tot beregenen is, leidt dat tot problemen. Percelen komen daar ongelijk op, wat voor problemen zorgt bij de onkruidbestrijding. Dit verschil in omstandigheden zorgt nu al voor grote variatie in gewasontwikkeling tussen regio's, maar soms al zelfs binnen een perceel.
Die ongelijkheid in stand zorgt niet alleen nu voor problemen met een effectieve onkruidbestrijding, maar ook voor het verdere verloop van de teelt. Uien die gelijkmatig opkomen, groeien uniform en zijn daardoor kwalitatief beter richting de oogst. Dit jaar lijkt het steeds waarschijnlijker dat veel percelen hierdoor te maken krijgen met grote verschillen in uienmaat en gewasontwikkeling. Vooral richting het moment van MH-bespuiting. Omdat die bespuiting optimaal werkt wanneer het gewas voldoende egaal is, is timing essentieel. Bij een ongelijk gewas is dat moment moeilijk vast te stellen. Te vroeg spuiten betekent dat een deel van de uien nog niet klaar is voor opname, terwijl te laat spuiten het risico geeft dat er te weinig opgenomen wordt, waardoor de werking vermindert en de uien minder lang te bewaren zullen zijn.
Hoe het groeiseizoen zich verder ontwikkelt, is nog afwachten, maar de eerste ontwikkelingen zijn een goede opmaat voor de uiteindelijke kwaliteit, uniformiteit en afzetmogelijkheden van de uien uit bewaring.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.