De tarweprijs zakt steeds verder weg. In Europa werd in week 36 zelfs de laagste prijs van de afgelopen 1,5 jaar genoteerd. Wat is er aan de hand?
Terwijl de tarweprijs half mei nog een stijgende trend liet zien, is de prijs inmiddels flink gekelderd. De Matif in Parijs kwam woensdag 4 september uit op €158,25 per ton. Ook de tarwenotering op de CBoT in Chicago is fiks gedaald, want deze zakt in 2 maanden tijd met ruim $30 tot $167,64 per ton.
Aan het begin van de zomer werd er (door het droge weer) nog gerekend op tegenvallende oogsten, wat prijsstijgingen tot gevolg had. Hoewel de oogst in bepaalde landen ook daadwerkelijk minder was (zoals Rusland), is de invloed van de droogte over de gehele linie beperkt gebleven, zowel qua opbrengst als kwaliteit. Hierdoor kwam er in zijn totaliteit toch een groot volume tarwe op de markt. Volgens een eerder bericht ging het wereldwijd om 30 miljoen ton meer dan in 2018.
Stevige concurrentie op exportmarkten
De grote uitzondering in dit verhaal is Australië. Dat land kampt met een tegenvallende oogst, die haar weg met name op de binnenlandse markt vindt. Wereldwijd is er echter meer dan voldoende aanbod, ook vanuit de Verenigde Staten. Dit is de grootste oorzaak van de huidige prijsdruk. Het leidt tot concurrentie op de exportmarkten. Ook de hoge wisselkoers van de Amerikaanse dollar heeft invloed op de tarweprijs, omdat de wereldmarkt afgerekend wordt in dollars.
Of de tarwemarkt op de korte termijn kan rekenen op een herstel, is nog maar de vraag. Rabobank meldt in een rapport dat de sector wereldwijd een recordhoeveelheid tarwe op voorraad heeft liggen (goed voor bijna 38% van de jaarlijkse afzet). Ook de vraaguitval uit China door uitbraken van de Afrikaanse varkenspest, in combinatie met de goede oogst in de regio rondom Zwarte Zee, maakt dat er weinig perspectief is voor herstel op korte termijn.