Opbrengstprognose graan boven vijfjarig gemiddelde

Het is nog erg vroeg in het seizoen maar de milde winter heeft zijn stempel weten te drukken bij de wintergranen. De opbrengstprognoses voor granen in Europa komt daardoor boven het vijfjarig gemiddelde uit. Dat schrijft het wetenschappelijk bureau van de Europese Commissie (JRC) in de maarteditie van MARS-bulletin.

Prognose graanopbrengst 3,3% hoger
De gemiddelde opbrengstprognose voor granen in Europa wordt geschat op 5,6 ton per hectare. Dat is 3,3% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. Door de milde wintercondities is er weinig vorstschade en heeft het gewas weinig hinder ondervonden. De gemiddelde temperatuur lag vaak hoger, soms met wel 2 tot 4 graden hoger dan normaal voor die tijd van het jaar. Wel is de opbrengstprognose 0,9% lager ten opzichte van seizoen 2020/21, toen de granen in Europa er nog net iets beter op stonden. Dat heeft vooral te maken met de wintergerst die dit seizoen 4,1% lager uitvalt ten opzichte van afgelopen seizoen. De wintertarwe staat er nagenoeg gelijk op met 0,2% lager ten opzichte van vorig seizoen.

Tarwe staat goed in West- en Centraal-Europa
In West- en Midden-Europa noteren de granen een kleine plus in hoe ze erop staan. Een groot contrast ten opzichte van vorig seizoen, toen juist landen als Frankrijk, Nederland, België en Duitsland onder het vijjarig gemiddelde zaten. Dit jaar gaan Nederland en België er met tarwe respectievelijk 9,5% en 12% op vooruit ten opzichte van seizoen 2020/21. Ook Duitsland en Denemarken staan er beter voor volgens de opbrengstprognose.

In Oost-Europa en Noord-Europa hebben de granen ook geprofiteerd van een relatief warme en droge winter. Periodes met extreme koude kwamen dit seizoen veel minder voor dan normaal in de winter. Afgelopen seizoen was dat ook al het geval en stonden de granen er zeer uitstekend op rond deze tijd van het jaar. Droogte heeft wel enkelen parten gespeeld in landen als Slovenië, Tsjechië, en Roemenië, waardoor de opbrengstprognose lager uitvalt in Oost-Europa.

In Zuid-Europa zorgde de kou en droogte al bij de zaai voor problemen. In Spanje en Portugal viel drastisch minder neerslag waardoor waterreservoirs in het zuiden van het Iberisch schiereiland op een zeer laag niveau zitten. Als voorbeeld Andalusië met een capaciteit van 31% van het totaal. Ook in Italië werd het zaaien bemoeilijkt en is neerslag urgent om de opbrengstmindering te voorkomen. In het noorden en oosten viel er 50% tot 80% minder neerslag. In het midden en zuidelijke regio's viel er ook aanzienlijk minder neerslag. Ook heeft de mindere sneeuwval in de Alpen grote invloed op de aanvulling van water in meren en rivieren gedurende het groeiseizoen.

Tot wel 50% minder opbrengst in Marokko
Het noorden van Afrika kampt met extreme neerslagtekorten. In Marokko is de situatie zorgwekkend en loopt het neerslagtekort op tot meer dan 70%. In enkele gebieden wordt zelfs nog altijd op de eerste regenbuien gewacht. De opbrengstprognose duikt hierdoor hard naar beneden met een daling van 50% voor tarwe en 48% voor gerst. Ook in het buurland Algerije hebben de granen te kampen met droogte. De huidige stand loopt ver achter vergeleken het langjarig gemiddelde en de opbrengstprognose is 48% minder voor tarwe. In Algerije is de opbrengstprognose 27% lager terwijl het afgelopen seizoen de graanopbrengst daar ook al in mineur was. In Tunesië zijn de granen het minst hard getroffen, maar ook daar is de stand van granen onder het gemiddelde.