Vooral Duitse veehouder gooit handdoek in de ring

Uit gegevens gepubliceerd door Statistikamt Nord blijkt dat vooral melkveehouders en varkenshouders in 3 jaar tijd gestopt zijn met het exploiteren van hun onderneming. Dat is althans de situatie voor landbouw-deelstaat Sleeswijk-Holstein (Schleswig-Holstein). Een mogelijke oorzaak zijn de sterk gestegen grondprijzen.

In 2016 telde de noordelijke deelstaat – in het midden van schiereiland Jutland – 12.700 agrarische bedrijven die samen een kleine miljoen hectare landbouwgrond beboeren (988.900 hectare). De deelstaat is qua totale oppervlakte iets kleiner dan Nederland. Het is een echte landbouwstaat.

In totaal is het aantal agrarische ondernemers met 5 procent afgenomen, ten opzichte van de vorige meting in 2013. Dat blijkt uit recent gepubliceerde data van Statistikamt Nord. Het areaal landbouwgrond blijft echter stabiel, waardoor bedrijven groter groeien. Gemiddeld van 74 naar 78 hectare.

Het zijn vooral (melk)vee- en varkenshouderijbedrijven die sinds 2013 stoppende zijn. Het aantal rundveehouders nam in drie jaren met 9 procent af, tot 6.500 bedrijven. Het aantal melkveehouders nam met 10 procent nog iets meer af, tot 4.200 bedrijven. Onder varkenshouders zijn de meeste stoppers waar te nemen. 11 procent nam het bestand in drie jaren af, tot 1.400 bedrijven.

De gemiddelde dieraantallen per bedrijf zijn ook aan dalingen onderhevig. Uitzondering hierop zijn melkkoeien – met een plus van 3 procent – en pluimvee met een plus van 19 procent. Daarmee komen die diergroepen uit op 395.700 melkkoeien en 3,83 miljoen stuks pluimvee.

De grootste stijgende groep is te vinden onder biologische boeren. Die groep is met 13 procent toegenomen, tot 460 bedrijf. Met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 83 hectare – ruim bovengemiddeld – zijn ze goed voor een totale biologisch beteelde oppervlakte van ruim 38.000 hectare.

Naast een afname van het aantal bedrijven en toename van de bedrijfsgrootte neemt ook het aantal werknemers af. De agrarische sector is de grootste werkgever in de noordelijke deelstaat. Op 31 december 2016 waren bijna 40.000 mensen werkzaam in de sector. Een afname van 11 procent. Daarmee daalt het aantal werknemers dus harder dan de daling bij ondernemers. Voor het eerst zijn er minder familiebedrijven van externe medewerkers. 49 procent van alle personen die op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn doen dat op een familiebedrijf.

Eén van de redenen waarom ondernemers stoppen zijn wellicht de pachtprijzen. De helft van alle bedrijven pacht hun landbouwgrond namelijk. Sinds 2013 zijn de prijzen voor akkerbouwgrond met 20 procent toegenomen, tot 506 euro per hectare. Voor grasland is dat gemiddeld 298 euro per hectare. Een toename van 17 procent.                                            

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.