De melkveehouders kregen dinsdag 31 oktober geen gelijk in de rechtszaak inzake het fosfaatreductieplan. Dat betekent dat zij nu alsnog moeten voldoen aan het fosfaatreductieplan. Hoe gaan zij daarmee om? Boerenbusiness peilde de reacties van een aantal boeren.
John Klaver heeft, met zijn familie, een melkveebedrijf in Winkel (Noord-Holland). Zij verwerken melk tot kaas en houden daarnaast melkgeiten en schapen. "Het is jammer dat het zo gelopen is. Natuurlijk hadden we het graag anders gezien. We hebben een milieuvergunning aangevraagd, en uiteindelijk ook gekregen, voor 750 melkkoeien. Momenteel melken we 400 koeien."
'Het is een bedrijfsrisico'
Op 2 juli 2015 hield de familie Klaver ook 400 melkkoeien. Zij moeten wel inkrimpen, omdat het bedrijf niet grondgebonden is. "We hebben dit voor de helft geregeld, de andere helft valt onder het bedrijfsrisico. Daar moeten we nu dus een heffing over gaan betalen."
"Bedrijven die fors hebben uitgebreid, hebben een groot risico genomen. Echter, volgens mij wisten ze dat van tevoren", aldus Klaver. "De ene keer win je, een andere keer verlies je. En als je dan verliest, dan moet je ook niet gaan huilen." Klaver legt zich meer bij de uitspraak van de rechter en houdt het voorlopig bij 400 melkkoeien.
'Uitspraak is teleurstellend'
Arian de Jong van de Biostee in Zuid-Beijerland (Zuid-Holland) moet zich nog beraden op deze uitspraak. "De uitspraak vind ik teleurstellend. Wij gaan zeker in beraad op de uitspraak en kijken nog wat we ermee kunnen doen. Ik weet het nu nog even niet", zegt De Jong. "We moeten door deze maatregel zo'n 25% van onze veestapel afvoeren. In de uitspraak is geen duidelijkheid gegeven over een mogelijke betalingsregeling."
De Jong heeft een biologisch akkerbouwbedrijf, een groenteteeltbedrijf en een melkveebedrijf. "Het probleem ligt volgens mij vooral bij het ontbreken van goed beleid. Dat had meteen na het einde van het melkquotum geformuleerd moeten worden. Die halve oplossingen waren geen succes."
'Gesloten kringloop onmogelijk'
"Met een goede norm voor grondgebondenheid heb je al deze problemen niet. Onze veebezetting is iets meer dan 1 GVE per hectare. Wij voeren mest aan van derden en houden voer over van eigen land. Wij streven naar een gesloten kringloop. Wanneer we onze dieren moeten afvoeren, lukt dat niet."
Een biologische akkerbouwer moet 65% biologische mest aanvoeren en mag 35% overige meststof aanvoeren. "De gehele biologische sector heeft een tekort aan mest", aldus De Jong. "We moeten nu het probleem van een ander oplossen en dat is niet fair."
Op het Nationaal Economisch Landbouw Congres zal Lubbert van Dellen ook ingaan op de impact van fosfaatrechten op de bedrijfsvoering van melkveehouders. Abonnees kunnen gratis naar het congres. Klik hier voor meer informatie.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10876432/als-je-verliest-moet-je-niet-gaan-huilen][/url]
Onzin dat de krachtvoeders uit zuid Amerika komen, hooguit soya waar eerst olie uit geperst wordt voor mensenlijk gebruik en dan rest soyaschroot slechts een deel van de kracht voeders.
Overigens bijna alle maal reststromen.