De droogte en hoge temperaturen hebben dramatische verschillen opgeleverd in de snijmaïs; van snijmaïs met een minimale lengte en zonder kolf tot snijmaïs met een goede opbrengst. De 'noodoogst' is in volle gang en de hoofdoogst wordt eind augustus/begin september voorzien. Oogst 2018 wordt bijzonder, maar daar stopt het niet.
De droogte heeft grote gevolgen voor de snijmaïs in België, Ierland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Noord-Duitsland, Denemarken, Polen en Zweden. Ook in delen van Frankrijk staat de maïs er niet goed voor. Zelfs in het noorden van Frankrijk, waar de percelen als overwegend goed omschreven worden, blijkt dat niet voor alle akkers op te gaan.
Noodoogst in volle gang
De 'noodoogst' legt de bodem voor een winter en voorjaar met hogere prijzen voor snijmaïs. De goede opbrengsten in Zuid-Duitsland kunnen daar weinig aan veranderen, maar hoe is de situatie in Nederland? Net als in België is de noodoogst in volle gang. Vanaf de start van augustus wordt er in het oosten en zuiden van het land op diverse plaatsen maïs geoogst. Maïs zonder kolf en met een beperkte lengte.
"Het gaat misschien om zo'n 7 tot 8 ton droge stof", zo schetst Jos Groot Koerkamp van Limagrain. "Vooral de smakelijkheid is een uitdaging", vult Joost Hoevenaars, adviseur in Oost-Brabant en Limburg, aan. Dat is niet de enige uitdaging. Groot Koerkamp geeft aan dat het aan te raden is om een inkuilmiddel te gebruiken. "Ook zit er veel nitraat in het noodrijpe gewas. Dat wordt omgezet in nitriet en dat kan giftig zijn."
De percelen zonder kolf bevinden zich vooral in de later gezaaide percelen, op hogere gronden. De akkers worden leeggemaakt om eventueel nog Engels Raaigras in te zaaien, waarmee de ruwvoervoorraad aangevuld kan worden. Hoe groot is de schade? Groot Koerkamp schetst dat vooral de provincies Gelderland, Overijssel en Drenthe zijn getroffen door de droogte. Dit zijn tevens de provincies met het grootste maïsareaal. Hij schat dat 30% tot 40% van de maïs in deze provincies slechte tot zeer slechte opbrengsten gaat opleveren.
Tegenover deze dramatische opbrengsten staan beregende percelen, die zicht geven op goede opbrengsten. Voor de niet-beregende percelen gaat er veel afhangen van de regen die nog gaat komen. Op basis van de snijmaïs in Vredepeel, schat Groot Koerkamp in dat de hoofdoogst eind augustus/begin september op gang komt. "Bijna 1 maand eerder dan in 2017."
Run op graszaad
De schade bevindt zich niet alleen in de maïs, maar ook in het gras. Dit wordt nog eens onderstreept door de run op graszaad. "Melkveehouders moeten goed naar de wortels van het gras kijken om te bepalen of het gras dood is of niet", stelt Groot Koerkamp. In het veld lijken de oudere graslanden meer schade te hebben dan de nieuwere.
De verruiming van het scheurverbod geeft wel wat lucht. "De ontheffing geldt tot 31 augustus, bij inzaai op maximaal 15 september. De derogatie-bedrijven hoeven het alleen te melden bij de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO.nl), maar moeten in ruil daarvoor stikstofruimte inleveren."
Voor de niet-derogatie bedrijven gelden andere regels. "De niet-derogatie bedrijven moeten een schaderapport laten maken, minstens 25% opbrengst missen, meer dan 5% van het areaal op het totale bedrijf moet schade hebben en ze moeten verplicht bemonsteren. Daarna moet RVO.nl ze ontheffing verlenen."
Gemis van droge stof
In totaal lopen veel veehouders tussen 15 en 20 ton droge stof mis. De hoop bestaat nog steeds dat het najaar voor de graswinning iets goed kan maken. De problemen in de maïs maken echter wel dat het rantsoen er op diverse plaatsen anders uit gaat zien.