Nieuws Kalversterfte
Terugdringen kalversterfte in zomer verder opgepakt
In de zomer gaat minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) om tafel met de veehouderijsectoren. De minister wil dan concrete doelen stellen om de kalversterfte in Nederland verder terug te dringen. Dat schrijft ze woensdag 15 mei in een Kamerbrief.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) schreef begin april in een rapport dat kalversterfte in Nederland een groot probleem is. Ook de minister beaamt dit en is daarom al sinds oktober in gesprek met de sectoren over dit onderwerp. "Deze zomer ben ik van plan om hier, samen met de sectoren, concrete doelstellingen over af te spreken. Daarbij wil ik eveneens duidelijkheid krijgen over op welke termijn een verlaging van de sterftecijfers te verwachten is", zo schrijft Schouten 15 mei.
Foutieve berichtgeving
Volgens Schouten is ook de berichtgeving in de media niet volledig juist geweest. "Uit het persbericht ontstaat het beeld dat verwaarlozing op de 1.265 bedrijven met een sterfte boven de 20% de oorzaak zou zijn. Ik vind dat deze conclusie niet getrokken kan worden", zo meldt ze. Volgens haar worden welzijnsinspecties vaak risicogericht gedaan, wat betekent dat de rapporten geen doorsnede van de sector weergeven.
Schouten refereert daarbij naar het nalevingsoverzicht en de 'integrale risicoanalyse zuivelketen' van de NVWA. Deze rapporten laten zien dat de naleving van dierwelzijnsregels van de melkveehouderij rond de 90% ligt. "Het beeld dat er op 1.265 bedrijven sprake is van verwaarlozing, komt in mijn ogen niet overeen met het nalevingsbeeld van de NVWA. Niettemin is een sterfte van meer dan 20% op zoveel bedrijven zeer ernstig."
Schouten schrijft daarnaast ook dat er mogelijk nog een reden is voor de plotselinge stijging van een aantal cijfers. "De overheid heeft beschikking over cijfers uit het Identificatie- en Registratiesysteem, maar dat systeem is vooral ontworpen voor 'tracking and tracing' van dieren, niet voor het bijhouden van sterftecijfers." In deze database is volgens Schouten een verschuiving zichtbaar van het aantal doodgeboren kalveren naar sterfte van geoormerkte kalveren (tot 14 dagen). "Dit is te verklaren door diverse maatregelen die zijn genomen, waardoor de dieren eerder geregistreerd worden."
'Al veel maatregelen getroffen'
Volgens Schouten is het overigens al langer bekend dat de kalversterfte in Nederland hoog is. "Deze schommelt al jaren rond de 11,5%. Dat is ook de reden dat er 2 jaar terug al gewerkt is aan een maatregelenpakket om dit cijfer terug te dringen", zo schrijft ze. Een eerste initiatief daarvan is het KalfVolgSysteem. Het doel hiervan is de kwaliteit van de kalveren bij de overgang van het melkvee- naar het kalverbedrijf te borgen.
Daarnaast hebben alle melkveebedrijven sinds 1 januari 2018 inzicht in het sterftekengetal op hun bedrijf. "De bedrijven die een kalversterfte van boven de 20% hebben, worden aangeschreven samen met hun dierenarts aan de slag te gaan om de sterfte terug te brengen. De bedrijven met een kalversterfte boven de 25% dienen verplicht een plan van aanpak op te stellen met hun dierenarts." Daarnaast heeft een deel van de zuivelaars volgens de minister extra maatregelen opgenomen in de kwaliteitssystemen.
Tenslotte haalt Schouten het vrijwillige benchmarksysteem KalfOK aan. In dit systeem worden meerdere aspecten van de kalveropfok meegenomen. Het doel hiervan is dat iedere veehouder inzicht heeft in hoe hij/zij zich verhoudt ten opzichte van andere veehouders. "Ongeveer 85% van de melkveehouders heeft zich hier al voor aangemeld, wat een teken is dat de urgentie bij veehouders wordt gezien." Schouten meldt overigens wel dat deze initiatieven nog te kort worden toegepast om resultaten te zien.
Kimberly Bakker
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.