De Nederlandse werkloosheid loopt iets op. De Chinese conjunctuurdata zijn beter dan verwacht en handelscijfers van enkele Aziatische landen bevestigen dit. De Amerikaanse cijfers schetsen grote tegenstelling. Maar ik houd mij mijn hart vast, want de forse stijging van de kapitaalmarktrente kan niet zonder gevolgen blijven.
De werkloosheid in ons land is in september weer iets gestegen naar 3,7%. In april was het nog 3,4% en in april vorig jaar zelfs 3,2%. Die 3,7% is natuurlijk nog altijd een heel laag percentage. De arbeidsmarkt blijft krap. Het CBS meldt dat stijging van de werkloosheidsgraad in de laatste maanden past bij het slechtere conjunctuurbeeld in ons land en daar valt geen speld tussen te krijgen.
Het aantal werklozen nam in de drie maanden tot en met september elke maand met gemiddeld 6.000 toe. Toch nam het aantal mensen met betaald werk ook nog altijd toe: gemiddeld 1.000 per maand. De beroepsbevolking groeit en kennelijk iets sneller dan de werkgelegenheid. Toch zijn er nog altijd 3,6 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar oud die niet werken. Het gaat dan behalve de 371.000 werklozen om pensionado's en mensen die om andere redenen niet beschikbaar zijn voor werk.
Als je de bovenstaande grafiek bekijkt, moet je concluderen dat er sprake lijkt van een 'weifelende conjunctuur'. Bij de vorige twee omslagpunten van dalende naar stijgende werkloosheid waren die aanzienlijk scherper. Ik vermoed dat de werkloosheid de komende maanden en kwartalen geleidelijk verder oploopt.
Wat opvalt is dat de werkloosheid onder jongeren het snelst oploopt. Dat laat de volgende grafiek zien. In september was de werkloosheid onder 15-25-jarigen 8,8%. In april was dat nog 7,9%. Ook bij de andere leeftijdsgroepen is sprake van enige stijging, maar veel minder geprononceerd. Onder 25 tot 45-jarigen bedraagt de werkloosheid nu 2,9%, tegenover 2,8% enkele maanden geleden. De werkloosheid onder 45 tot 75-jarigen is opgelopen van 2,1% op het laagste punt tot 2,2% in september. Ook in de pandemie liep de werkloosheid onder jongeren het sterkst op.
Komt China tot leven?
De conjuncturele ontwikkeling in China is een grote tegenvaller dit jaar. Na de plotselinge beëindiging van de strikte lockdowns tegen het einde van vorig jaar werd een krachtige toename van de bedrijvigheid verwacht. Die is uitgebleven. Maar de laatste cijfers waren toch eindelijk wat beter dan verwacht. De Chinese economie groeide in het derde kwartaal met 1,3% ten opzichte van het tweede kwartaal toen de groei beperkt bleef tot 0,5%. Jaar-op-jaar bedroeg de groei 4,9%.
Ook de cijfers over de detailhandelsomzetten en de industriële productie overtroffen de verwachtingen in september. De detailhandelsomzetten lagen 5,5% hoger dan een jaar eerder. Dat was in augustus nog 4,6%. De productie in de industrie overtrof het niveau van een jaar eerder met 4,5%. Dat was weliswaar hetzelfde percentage als in augustus, maar beter dan de verwachtingen. De werkloosheid daalde van 5,2% in augustus tot 5,0% in september.
Ook bij de buitenlandse handel lijkt zich voorzichtig een verbetering af te tekenen. In september lagen de export- en importwaarden nog wel 6,2% lager dan een jaar eerder, maar in juli waren die percentages nog respectievelijk 14,3% en 12,3% . De verbetering in deze cijfers wordt bevestigd door de handelscijfers van enkele andere landen in de regio. Zo verbeterden ook de handelscijfers van Singapore. Hoewel de export van dat land in september nog wel ruim 13% lager was dan in september 2022, was dat toch veel beter dan de ruim 22% daling in april. Opvallend genoeg lag de exportwaarde naar China liefst 26,2% hoger dan een jaar eerder. Ook de handelscijfers van Japan lieten in september een duidelijke verbetering zien, al bleef de export naar China nog achter bij het niveau van een jaar eerder.
De recente Chinese cijfers zijn dan wel beter dan verwacht, maar heel sterk is het allemaal nog niet in vergelijking met de periode voor de pandemie. De Chinese economie heeft dan ook te maken met een paar stevige problemen. Vooral de problemen in de vastgoedsector zijn aanzienlijk. Deze week kon de grote projectontwikkelaar Country Garden de rente op een dollarlening niet betalen, waardoor sprake is van een 'default' (wanbetaling). Het bedrijf koerst daarmee waarschijnlijk af op een herstructurering. Dat gaat de bouw zeker negatief beïnvloeden en mogelijk ook boosheid onder consumenten oproepen, die wel een woning hebben gekocht maar die vooralsnog niet krijgen.
Beeld van uitersten in de VS
Het conjunctuurbeeld in de VS is zeer verwarrend. Het BBP is in het derde kwartaal waarschijnlijk stevig gegroeid. Volgens de GDPNow maatstaf van de Federal Reserve van Atlanta beliep die groei 5,4% op jaarbasis ten opzichte van het tweede kwartaal. In onze systematiek hadden we dat het circa 1,3% kwartaal-op-kwartaal genoemd. De detailhandelsomzetten overtroffen in september de verwachtingen en het aantal aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen blijft dalen. In de meest recente week kwam het getal zelfs weer onder 200.000 uit.
Daar staat tegenover dat het op de huizenmarkt bepaald niet goed gaat. Het vertrouwen onder huizenbouwers is in oktober voor de derde maand op rij gedaald. Met een waarde van 40 is dat vertrouwen laag in historisch perspectief. Ook bij het aantal verkochte woningen, afgegeven bouwvergunningen en in aanbouw genomen woningen is sprake van zwakte. Dat alles heeft ongetwijfeld direct te maken met de hypotheekrente die de laatste maanden fors is gestegen. Lag de 30-jarige hypotheekrente begin dit jaar nog vlakbij 6%, inmiddels is het bijna 8%. Dat scheelt nogal.
Hoewel onze economie zich heel anders ontwikkelt dan de Amerikaanse, is de overeenkomst op de huizenmarkt opmerkelijk. De sinds begin vorig jaar gestegen rente heeft de markt zowel bij ons als in de VS onder druk gezet en aanvankelijk geleid tot een daling van de huizenprijzen. Door de gestegen bouwkosten is nieuwbouw nauwelijks rendabel en wordt er minder gebouwd. Doordat het aanbod aldus sneller daalt dan de vraag, ontstaat er een disbalans waardoor de huizenprijzen - ondanks de gestegen rente - juist weer stijgen. Volumes zijn daarbij zeer gering.
Ik blijf mijn hart vasthouden. De woningmarkt is één van de meest rentegevoelige sectoren van de economie. De conclusie die ik trek uit de problemen op de Amerikaanse huizenmarkt is, dat deze zich ook gaan voordoen in andere sectoren. Het is in mijn optiek ondenkbaar dat de economie vrolijk door blijft hobbelen, terwijl de kapitaalmarktrente uitzonderlijk fors is gestegen. Ik blijf daarom vasthouden aan mijn visie dat de Amerikaanse economie afstevent op een recessie.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.