In de media is veel aandacht voor de acties van rundveehouders die aankondigen de Regeling fosfaatreductieplan 2017 aan de kaak te willen stellen. Deze regeling is per 1 maart 2017 van kracht en zet in op vermindering van het aantal runderen in 2017.
Heffingen moeten de veehouders aanzetten om hun veebestand af te bouwen tot het niveau van 2 juli 2015 voor melkleverende bedrijven. Dat is een min van 4 procent behalve voor de grondgebonden bedrijven. Voor niet-melkleverende bedrijven geldt dat zij naar het niveau van 15 december 2016 moeten. Voor veel bedrijven pakt deze regeling door de peildata in 2015 en 2016 zeer onbillijk uit. Daarom valt goed te begrijpen dat veehouders een rechterlijke toetsing uitlokken.
Kort geding
In samenwerking met Linssen CS Advocaten heeft ons kantoor over de regeling direct contact gelegd met de staatssecretaris. Die wil van geen wijken weten. Daarom is een kort geding voorbereid. Om een representatieve doorsnee van de door de regeling getroffen bedrijven aan de rechter te kunnen voorleggen is een selectie gemaakt. Zo wordt de impact van de regeling op de hele sector van rundveebedrijven voor de rechter duidelijk en kan het kort geding efficiënt en doelmatig worden gevoerd. In het kort geding wordt de voorzieningenrechter gevraagd om de regeling onverbindend te verklaren en buiten werking te stellen.
Die uitspraak is dan richtinggevend voor alle getroffen bedrijven. Het kort geding vindt plaats op 12 april 2017. De uitspraak zal binnen maximaal 2 weken volgen. Ongelukkig is dat de uitspraak dus pas in de tweede helft van april komt. Voor veehouders betekent dat in die maand weinig meer te sturen valt.
Hierna zijn er meer initiatieven voor een kort geding gevolgd. Enkele individuele bedrijven hebben daaraan concreet uitvoering gegeven. Op 12 april worden daarom nog twee kort gedingen behandeld. Anderen hebben in de media wel een kort geding aangekondigd, maar dat nog niet in concrete actie vertaald. Die aanpak is niet bijster efficiënt en stelt de rechtbank voor organisatorische problemen.
Actie vóór 1 april
Ondertussen nadert de datum van 1 april met rasse schreden. Vóór die datum moeten rundveehouders melden of een beroep wordt gedaan op de knelgevallenvoorziening in de regeling. De knelgevallenvoorziening in de regeling is uiterst beperkt en zal slechts zelden een oplossing bieden.
Als een rundveebedrijf niet onder de voorziening valt, maar de veehouder meent dat zijn bedrijfssituatie als knelgeval (onbillijkheid van overwegende aard) zou moeten worden aangemerkt, is het zinvol om dit te melden. Tegen de beslissing op die melding staat immers bezwaar en beroep (op het College van Beroep voor het bedrijfsleven) open. Dat maakt een beoordeling door de rechter mogelijk.
Wacht dus de uitkomst van het kort geding niet af en onderneem tijdig actie om deze mogelijkheid veilig te stellen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.