De elektriciteitsmarkt trad de afgelopen week niet buiten de gebaande paden. Een lagere prijs in het weekend en hogere prijzen op de doordeweekse dagen. Kijken we voorbij de waan van de dag, dan zien we dat er een enorme opgave ligt in de omslag naar het duurzaam opwekken van stroom. Energiebedrijven zien kansen, al is voorlopig de rol van de traditionele energiecentrales nog niet uitgespeeld.
Op de elektriciteitsmarkt tekent zich de laatste weken een redelijk vast patroon af. Een dip in het weekend met het laagste punt op zondag en op de doordeweekse dagen een stroomprijs die een aantal maal hoger ligt. Vorige week kwam de prijs op de Epex Spot Day Ahead nog dichtbij bij de €100 per MWh, maar vandaag (dinsdag 1 augustus) bleef de Epex steken op €76,56 per MWh.
De enorme pieken in de elektriciteitsprijs zoals we die de afgelopen jaren gezien hebben, liggen voorlopig althans achter ons. Maar de Europese stroomprijzen zakken niet terug naar een niveau dat structureel onder bijvoorbeeld €50 per MWh ligt, zoals tot de eerste helft 2021 gebruikelijk was. Kijken we verder vooruit, bijvoorbeeld naar het Duitse baseload januaricontract (een belangrijke benchmark voor de Europese stroommarkt) dan staat dat op €150 per MWh. In de zomermaanden van 2024 zakt dat nog wel wat naar laag in de €120, maar dan praat je nog altijd over een niveau dat circa drie keer zo hoog is als voor de Russische invasie in Oekraïne en de aanloop daarnaartoe.
De hogere prijzen voor stroom vallen opmerkelijk genoeg gelijk met een daling in de vraag naar elektriciteit. Het International Energy Agency (IEA) becijferde in de juli-update over de energiemarkt dat het verbruik van stroom in de EU met circa 3% daalt in 2023. In 2022 liet het stroomverbruik een soortgelijke daling zien. Twee jaren op rij waarin het elektriciteitsverbruik afneemt en dan ook nog eens in relatief rap tempo. Als de voorspelling van het IEA uitkomt, zou het stroomverbruik in de EU zakken naar het laagste niveau sinds 2002.
De vraag wordt minder en de prijs loopt op, dat gaat tegen de economische logica in. Voor een deel is echter wel te verklaren wat er op de elektriciteitsmarkt gebeurt. Energie-intensieve industrieën zoals de chemie, ijzer, papier en aluminium zijn nooit helemaal hersteld naar het pre-coronaniveau, zo stellen sommige analisten. Denk in Nederland bijvoorbeeld aan de grootverbruikers Aldel in Delfzijl en Aluchemie in Rotterdam, die beide vanwege onder andere de hoge energieprijzen de deuren hebben gesloten of staalconcern Tata dat inmiddels vraagtekens zet bij de elektrificatie- en waterstofambities. Daarmee wordt overigens wel nog eens duidelijk dat de hoge energieprijzen niet zonder gevolgen blijven voor de Europese industrie. Ook de voor de agrarische sector belangrijke kunstmestindustrie past in de dat rijtje. Hoe de verduurzamingsslag gemaakt wordt, is in zekere zin bepalende voor de economische levensvatbaarheid van de energie-intensieve sectoren in Europa.
Vanuit overheidswege wordt volop ingezet op het verduurzamen van de energievoorziening. Naast de voordelen voor milieu en klimaat wordt Europa daarmee ook minder afhankelijk van buitenlandse leveranciers van fossiele energie, zo betogen de voorstanders. Die duurzame energie is alleen niet gratis, zo maakte de topman van het Franse TotalEnergies Patrick Pouyanne afgelopen week maar weer eens duidelijk tijdens de presentatie van de cijfers van het tweede kwartaal. TotalEnergies en BP hebben een tender gewonnen voor de productierechten voor 7 gigawatt wind op zee voor de Duitse kust voor een recordbedrag van €12,6 miljard. Geen slecht bod volgens de Pouyanne bij een Europese stroomprijs in de van €70 tot €80 per MWh. Dat is volgens de topman de range waartegen stroom verkocht kan worden tegen de tijd dat de productie wordt opgestart. En niet onbelangrijk: met de deal heeft het olie- en gasconcern voet tussen de deur op de Duitse elektriciteitsmarkt.
Dat er ook met de fossiele brandstoffen in de elektriciteitsmarkt nog wat te verdienen valt, bewees het Duitse energieconcern RWE. Het bedrijf heeft de winstverwachting voor 2023 naar boven bijgesteld. Vooral gasgestookte centrales draaien met hogere marges dan verwacht en daarnaast wordt er in de handelstak van het bedrijf beter gepresteerd. De cijfers over het eerste halfjaar van 2023 worden overigens 10 augustus gepubliceerd.