BO-Akkerbouw: Kaarten bij uienteelt opnieuw geschud

Brancheorganisatie Akkerbouw heeft een telefonische enquête laten uitvoeren met betrekking tot het verwachte areaal consumptieaardappelen en zaaiuien. Uit de mening van ondervraagde telers blijkt dat zij hun consumptieaardappelareaal nauwelijks uitbreiden. Bij zaaiuien worden de kaart opnieuw geschud.

Marktonderzoekbureau Evirons heeft in de eerste helft van juni 450 aardappeltelers en 250 uientelers ondervraagd. Ook telers die in de afgelopen vijf jaar deze gewassen teelde, of landen verhuren/verhuurde voor de teelt, werden ondervraagd. Environs voert al tien jaar de voorraadmetingen aardappelen en uien uit. Het onderzoek is voor de zware regenval uitgevoerd. Mogelijke gevolgen zijn dus niet meegenomen.

Het onderzoek is de laatste raming die BO-Akkerbouw laat uitvoeren. Onlangs is besloten te staken met deze informatievoorziening voor de aardappel- en uiensector.

Aan de hand van areaalgegevens die tweehonderd telers overlegde blijkt dat het landelijk areaal praktisch gelijk blijft dit seizoen, ten opzichte van 2015. Wel treden regionaal grote verschillen op. Telers boven de rivieren leveren ongeveer acht procent areaal in, terwijl in het zuiden dit percentage gemiddeld bovenop het areaal van vorig jaar komt. Daar komt het areaal van nieuwe telers in beide regio’s bij, die niet zijn ondervraagd. Hierdoor heerst in uienland sterk de indruk dat het areaal toeneemt. Negentig procent van de ondervraagde telers heeft louter gele rassen gezaaid, zes procent alleen rood en tien procent beide.

Gevraagd naar de indruk van telers over het areaal blijkt dat zij het idee hebben dat het areaal op landelijk niveau toeneemt. In de eigen omgeving wordt die toename minder ingeschat. Iets meer dan de helft denkt dat landelijk meer zaaiuien worden geteeld en 33 procent denkt dat dit ook in de eigen regio het geval is. Ook hier wordt duidelijk dat de meeste uitbreiding in het zuiden wordt verwacht en dus niét in regio’s als het Oldambt en de Veenkoloniën, die normaal als groeiregio worden aangemerkt.

Voor dit jaar wordt door de telers 55,3 ton per hectare verwacht. Ruim beneden het zevenjarig gemiddelde van 62 ton, die de BUI uit haar voorraadmetingen haalt. Dat past bij het realisme van de telers. Ze rekenen zich zeker nog niet rijk.

De uienteelt blijft een vrije teelt, zo blijkt uit de vrijgekomen data. 89 procent heeft zijn tonnen vrij afzetbaar. 11 procent legt de bruto opbrengst vast op contract, poolcontract of meeleveren. Ruim dertig procent zet ze af-land af en bijna dertig voor één januari. De groep langbewaarders, afleveren na 1 mei, meet slechts drie procent.

De uitkomsten van het aardappelonderzoek zijn minder spannend. De 350 respondenten geven aan dat het areaal praktisch gelijk blijft. Zowel voor het zuiden als noorden is dat het geval. Stoppers of dalers geven meestal redenen als verruiming van het bouwplan, verwachte marktprijzen, betere alternatieven of een afnemende vraag naar huurland. Toch heeft 47 procent het idee dat het areaal nog toeneemt. Bijna dertig procent denkt dat dit voor de eigen regio zo is.

Ook bij de oogstprognose voor aardappelen zijn de telers voorzichtig. Gemiddeld komt die uit op 51,8 ton per hectare. 1 tot 2 ton minder dan de afgelopen jaren is gemeten. Daarmee lijkt de prognose wel realistischer dan die van uien. De niet optimale pootomstandigheden gebieden voorzichtigheid. Met 22 procent is Agria het grootste ras, gevolgd door Fontane, Bintje, Innovator en Frieslander. Alleen die laatste zit met acht procent net onder de tien. Worden de geteelde arealen vermenigvuldigd met de verwachte opbrengst, dan blijkt dat Bintje – met veertien procent – wel veel wordt geteeld maar voor de totale opbrengst geen grote rol speelt. Dat doen vooral Agria, Hansa en Fontane.

De afzet in consumptieaardappelland ziet er heel anders uit. 31 procent wordt op contract geteelt, 21 procent in een pool en 3 procent ligt vast in een meelevercontract. 44 procent is volgens de telers zelf vrij. Die opmerking wordt expliciet genoemd. Zo ligt vaak wel de afnemer vast, maar nog niet de prijs. Een kleine restgroep zet zijn product in de boerderijverkoop af. Uit de afzendplanning blijkt dat 33 procent af-land weg gaat en 23 procent voor 1 januari uitgeschuurd is. 13 procent levert pas na 1 mei. 90 procent teelt zelf en 10 procent verhuurt land.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.