Het gedrag van de koe bij de melkrobot verandert niet veel als de melkveehouder weidegang voert. Dit maakt robotbouwer Lely op uit eigen onderzoek onder 500 Nederlandse melkveehouders met een melkrobot. Van hen voeren 200 melkveehouders ook weidegang.
Vanaf het moment dat de koeien de wei in gingen, daalde het aantal melkingen volgens Lely met slechts 2 procent, tot 2.56 melkingen per koe per dag. Deze minimale veranderingen werden veroorzaakt door veranderingen in de afstand tussen de robot en de wei en ook het veranderende rantsoen.
Het aantal weigeringen, een graadmeter van een goed ‘bezoekgedrag’ aan de melkrobot, daalde van gemiddeld 3.4 naar 2.7 weigeringen per koe per dag. De koeien waren nog volgens Lely steeds gemotiveerd om naar de melkrobot te gaan en er werden nog steeds goede resultaten behaald, ondanks dat de invoering van beweiding het bezoekgedrag naar de melkrobot beïnvloedde. Bij weidegang kan het bezoekgedrag worden bevorderd door vaker het voer in de stal aan te schuiven of op andere tijden te voeren, aldus Lely.
De hoeveelheid krachtvoer per 100 kg melk ging naar beneden van 21 naar 20 kg, stelt Lely. Voor een melkveebedrijf met 2.000 kg melk per robot per dag, betekent dit een besparing van 20 kg - oftewel 5 euro - per dag. Het veranderende bezoekgedrag van de koeien resulteerde ook in een iets hoger percentage restvoer in de robot. Lely ziet daarbij een lichte daling in de hoeveelheid krachtvoer per 100 kg melk en ook tegelijk een lichte stijging in het percentage restvoer en het aantal kg melk per koe. Hieruit concludeert het bedrijf dat met een iets hogere productie en minder krachtvoer het verse gras optimaal wordt benut.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.