Grondbezitters de klos bij plan rendementsheffing

In de nieuwe fiscale voorstellen van het kabinet dreigen particuliere grondbezitters zo'n 10 procent meer belasting te moeten betalen bij de vermogensrendementsheffing. Dit analyseert Bert van den Kerkhof, hoofd vaktechniek belastingadvies bij ABAB Accountants en Adviseurs.

Het afgelopen jaar is er veel verzet geweest tegen de relatief hoge rendementsheffing in box 3 ten opzichte van de werkelijke rente over het gespaard vermogen, stelt Van der Kerkhof. Op basis hiervan heeft het kabinet voorgesteld om het fictieve rendement te verlagen tot 2,9 procent. Dit is nu nog 4 procent. Deze verlaging geldt echter alleen voor het vermogen dat onder 125.000 euro blijft. Het vermogen boven deze grens zal in de toekomst zwaarder worden belast, geeft Van den Kerkhof aan.
 
Dit voorstel heeft ook gevolgen voor particuliere grondbezitters die, als de plannen doorgaan, boven 125.000 euro zo'n 0,7 procent meer aan fictief rendement moeten rekenen. En voor het bedrag boven 1.125.000 euro moeten rekenen met een fictief rendement dat zelfs 1,5 procent hoger ligt dan het huidige tarief van 4 procent. In principe staat deze wijziging haaks op het lage rendement, zo geeft Van den Kerkhof aan, dat op de cultuurgronden wordt behaald.

Van den Kerkhof geeft het volgende rekenvoorbeeld op basis van 15 hectare cultuurgrond met een waarde van 900.000 euro. Deze grond wordt op basis van een geliberaliseerde pacht voor drie jaar verpacht. Bij de waardebepaling voor box 3 wordt de waarde dan, als er rekening wordt gehouden met de waardedruk in verband met verpachting, vastgesteld op 832.500 euro. De jaarlijkse belastingheffing ziet er dan onder de huidige wetgeving als volgt uit, calculeert Van den Kerkhof: 832.500 euro min 21.330  euro is 811.170 euro. Dat keer 4 procent en keer 30 procent komt uit op 9.734 euro belasting.
 
Na het doorvoeren van de belastingplannen bedraagt de heffing 832.500 euro min 25.000 is 807.500 euro, waarvan 100.000 euro wordt belast met 2,9 procent keer 30 procent is 870 euro. Het resterende bedrag van 707.500 euro wordt belast met 4,7 procent keer 30 procent is 9.975 euro. In totaal komt dit op een belastingbedrag van 10.845 euro. Dit is een stijging van meer dan 10 procent ten opzichte van de huidige wetgeving, stelt Van den Kerkhof.

Particuliere grondbezitters kunnen als de aangekondigde maatregelen worden doorgevoerd hun grond eventueel in een besloten vennootschap (bv) inbrengen, waarbij volgens Van den Kerkhof de werkelijke opbrengsten in de belastingheffing worden betrokken. Bij een rendement van 900 euro per hectare bedraagt de belastingheffing op jaarbasis 2.700 euro aan vennootschapsbelasting. Dit is beduidend lager dan de 10.845 euro in de inkomstenbelastingsfeer, aldus Van den Kerkhof.

De keuze voor het inbrengen in een bv heeft wel een keerzijde, benadrukt hij. Bij een verdere waardestijging van de grond wordt deze toename op het moment van verkoop in de heffing betrokken. Hier staat echter weer tegenover, dat bij een waardedaling het verlies in aftrek kan worden gebracht. In een later stadium kan de grondeigenaar over de opgepotte winst met een heffing voor aanmerkelijk belang worden geconfronteerd, waarschuwt Van den Kerkhof. Ook moet aandacht worden besteed aan de voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling overdrachtsbelasting.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.